Neeltjen IJpelaan, dochter van Ariaen IJpelaan en Maritge Willemsdr., zie III.6, geboren ca. 1612, wonende te Alkmaar.
Neeltje IJpelaan trouwt Gerrit Cornelisz. Boerman, laeckencooper. Gerrit Boerman, begraven Alkmaar, Grote Kerk, 31 januari 1667, ƒ6,-,-, grafnummer folio N.G. no 232 (1).
[Aantekening van Pieter Louter, 2019 : In 1681 is Neeltie Ariens begraven in de grote kerk (Grafnummer: N.G. no 231. Gerrit Boerman had no 232).]
Eerste testament Gerrit Boerman, laeckencooper, en Neeltje IJpelaan, 3 november 1656 :
«Testamente reciprooq
Gerrit Corn[eli]s Laken-
coper en Neeltie
Aerians ijpelaen
In den name des heren Amen, den derden
november anno 1656 des Avonds de clocke
seven uren, Compareerde voor mij Henrik
de Vos Not[ari]s Publ[icq] ende den getuijgen
na genoemt den eersame Gerrit Conrnelisz
[in kantlijn: Boerman] lakencoper, ende eerbare Neeltie
Adriens IJpelaen, geechte luijden, soo binnen
dese stad, [doorgestreept: den voorn.] gaende en staende [doorgestreept: en]
hun redenen memorie en verstand ten vollen
hebbende [boven regel: en gebruijckende] gelijk claerlijck bleek [in kantlijn: en wij niet anders bemerken conden] Considerend
en willende daarom uijt dese werelt niet scheijden
sonder al vorens van haere tijdelijke goederen
gedisponeert te hebben en dat in manieren na
volgende; Eerst bevelende hun siel wanneer
die uijt den lichame gescheijden sal wesen Goden
Almachtich en comende voorts ter dispositie
van haere na te laten goede[re]n hebben na voors[egde]
gaende revocatie ende met doeninge van alle
voorgaende acten van uijterste [boven regel: wille] haer voors[egde]
desen gemaect uijt echt te lijke liet [?] ende
toegedane asttestie, reciproce, te weten
d'eerststervende [?] d'selven sonder kind oft kinderen
bij den anderen geprocreert, comt na te laten
de langste vande hen gemaect [?] versa[?]iter
ende int geheel erftgenaem van alle der
goederen, so roerende als onroerende, actien
crediten gene uijtgesondert, die de eerst
overleden, de selve langstlevende eenichsints
metter doot ontruijmen en nalaten sal, Behouden-
lijk en mits dat de erfgenamen van [woord doorgestreept]
[woord doorgestreept] haer Testatrice, in gevalle d'selve
laest comt te overlijden gehouden en sullen werden
uijt te keren ende te voldoen [in kantlijn: bij forme van legaet] aen Trijn Cornelis
sijn testateurs halve suster, en Pieter Cornelisz
sijne broeder, item aen de kinderen van Luijcas
cornelisz Wees[?]houder, mitsgaders Jan
Cornelisz mede sijne broeders, te samen d'somme
van negentien hondert car. guldens, anders
laestelijck aen Claes Cornelisz Backer mede
die mede sijn [boven regel: testateurs] broeder [?] d'somme van eenhon-
dert car. guldens sonder meer [?]ende bij voor-
lijden van de voorn[oemd]e personen [boven regel: aen] des selfste kind
oft kinderen haer plaetse representeren
Inde bij aldien [woord doorgestreept] de voors[egde] testatrice
voor den voorn[oemde] Testateur deser werelt
geraekt te overlijden, in welcke gevalle
den voorn[oemde] erfgenamen van hem Testateur
ins gelijcken gehouden sullen wesen bij forme
van legaet als voren, uijt te keren ende
te voldoen, aen de kinderen van Aechie Aeriaens
voor 1/9 item Guurtie Aeriaens voor gelijck 1/9
mitsgaders Jacob Aeriensz [boven regel: mede] voor 1/9
en 't kind van Trijntie Aerians IJpelaen voorn[oemd]
resterende een vierde paert [= deel] [in kantlijn: en bij voor voorlijden van s'selven mede haer kind oft kinderen selftse plaetse representeren te weten] stucken
land gelegen in de banne van heijloo, genaemt
Pieter Sijmons Croft belent de Heere
wech ten westen, en den heere Joan vander
Nijenburg Gerritsen ten suijden, als mede de
gerechte helfte van een stucke lants mede
aldaer gelegen, genaemt de Seijlmakers Weijt
belent met de wesen hier ter Stede, en Arien
Aelbertsz Rinnegum t'samen ten suijden
[doorgestreept: mitsg[ad]rs] en Jan [woord doorgestreept] Jacobsz IJpelaen, [woord doorgestreept] met Eth
Willems te samen ten noorden, mitsgaders
noch d'somme van duijsent gulden eens
sonder meer [in kantlijn: welecke voors[egde] legaten sij testateuren retractie[?] velsz[?] begeren voldaen te hebben binnen ses maanden naer overel[ijden] van de langst levende] willende verders dat de
[woord doorgestreept] vruchten van de voors[egde] goederen
genoten en alleene getrocken sullen werden
bij de langstlevende [boven regel: tot der overlijden toe] van hun [?]estant en tt[?]
ende oft sake ware [woorden doorgestreept, daarboven: buijten en nood en]
dat eijmant van de voors[egde] legatarissen oft
andere van harent wegen hier tegen mogt
comen te opposeren t'sij in rechten oft [?]
daerbuijten oft de voors[egde] langstlevende
moijelsz[?] quame te vallen om te hebben staet
ende Inventaris of stellen van eenige
cautie der voors[egde] gelegateerde [boven regel: goederen], so verclaerden
sij testanten dat voors[egde] opposant oft oppo-
santen versteken zullen sijn t'gelijk sij de heere
versteken bij desen van de portie oft portien
die haer uijt crachte deser competeert
willende en begerende dat t'selve sal
comen aen die d'welcke dese haere
Testamente acquiesceren, en van waerde
houden, begerende wijders, t'gunt sij na
desen comen te maken t'sij bij actie
onder hun band, voor Notaris en getuijgen
oft andersints, van sodanige cracht
gehouden te hebben of t'selve van
woorde tot woorde hier inne ge[deel woord doorgestreept, daarboven: insereert]
waere, te gunt voors[egde] verclaerden
den voors[egde] Testateuren te wesen haer
Testament en uijterste willen willens
dat t'selve als sulq oft als codicille
gifte ter sake des doots en Gedaen
en gepasseert ten Huijse van de
voorn[oemde] Testanten staende achter de
vismarct ter presentie van Florentius
de Vos van Teijlingen en Warnaer Capel-
man mede Notaris [boven regel: inwoonderen deser Stede] getuijgen hier
over geroupen dato ut supra
bij mij willem Aeriaensz IJplan
Floris de Vos van Teijlingen
W. Capelman
In kennisse van mij
Henrik de Vos
Not[ari]s publ[icq]
1656» (2)
Tweede testament van Gerrit Boerman en Neeltje IJpelaan, 3 november 1663 :
«Testament van Gerrit Corn[eli]sz
Boerman, Laekencooper, en
Neeltje Adriaense echteluijden
alhier
In den name des Heeren Amen. Inde Jare van der
geboorte desselfts ons Heeren en Salichmaeckers
Jesu Christi sestienhondert ende drieen t'sestig
op de derde dag des maents novembris, smorgens
de clocke omtrent acht ure, Compareerden
voor mij Jacob Walichsz Brederode notaris publicq
bij des hove van hollandgedamitteert, residerend
binnen den Stadt Alcmaer, en voor den getuijgen
naegenoempt, den Eersamen Gerrit Corn[eli]s Boerman
Laekencooper ende de Eersame neeltjen
Adriaens [boven regel: IJpelaen], echteluijden binnen deser stadt mij
notaris wel bekent De voorn[oemde] Gerrit Corn[eli]s Boerman
gaende en staende in gesonds lijve en de voorn[oemde]
Neeltje Adriaens sieck te bedde leggende
doch beijden haere sinnen verstant wel machtich en
volcoomen teijct[?] gebruijckende soo claerlijcke
bleeck ende ene niet anders en conde benne[?] [?]
Verclarende dat sij lieden overdenckenden de
brosheijt van des menschen leven op der aerden
de seeckerheijt des doots ende onseeckerheijt
van de ure van dien. Uijt haer lieden brijen[?]
willen sonder Juductie oft bedwanck van ijemande
so sij lieden openteijws[?] verclaeren hunne testa-
mente en uijterste wille geschiet gemaeckts en
georduneert mits desen in manieren hier naer
lxxi
verclaert, Eerst haer lieden siele bevelende
de goedertier genade en barmhertigheijt Godts
en hun Lichame de Christelijcken begravinge
hebben sij Testanten gerevoceert, gecasseert, doodt en
te niet gedaen mits desen alle Testamenten , Codicillen
en de alles anders uijterse willen dien sijlieden te
samen oft elck bij sonder voor dato deeses gemaeckt ofte
gefrasseert souden moogen hebben, niet willend dat
die eenigen cracht sullen hebben oft effect sorteerden
in eeniger manieren. Ende wederomme van
uiens[?] disponerende, heeft eerst de voorn[oemde] Gerrit
Corn[eli]s Boerman, bij aldien hij eerste ende voor[?]
de voorn[noemde] Neeltjen Adriaens [boven regel: sijne huijsvr[ouw]], comt te overlijden, aende
selve gelegateerd end besproocken soo hij doet mits dese
de lijftocht ende het vruchtgebruijck van alle de
goederen geene uijtgesondert die hij Testateur
metter doodt ontruijmen en nalaten sal, omme
alle d'selve goederen te besitten ende gebruijcken
sonder becroon oft tegen seggen van ijemande [?]
sonder staet ofte Inventariste geven, veel min-
can[?] [?] voort wel gebruijck der goederen te stellen
als haer daer oft[?] ontearlenden[?], en de sijn erftgenamen
het selve verbiedende bij deesen, heeft verders
(behoudens de lijftochte aen de voors[egde] sijn huijsvrou)
gelegateert en besproocken soo hij doet mits deesen,
aen Claes Cornelisz Backer sijen broeder woonende
op Langedijck, d'somme van vijftentwintich guldens
eens, willende dat den selven daermeede sal moeten
oft bij overlijden van hem sijne selfs kinderen[?]
aftsta[?]s en tevreeden weesen, sonder meer uijt sijne erve
later goederen te moogen trecken ofte genieten
noch heeft hij Testateur geprelegateert ende
voor uijt gemaect, soo hij doet mits dessen aen en
ten behoeve van Cornelis en Grietjen Luijcas
Boerman oft bij overlijden van hen der selver kindt
kinderen ofte verdere descendenten bij presentatie op
des overleedene plaetse, ijder d'somme van
Vier hondert C. guldens omme d'selve voorn[oeme]
alle deelingen uijt sijn constituants na te laten
goederen te trecken en genieten. Te onvangen en
genieten het voors[egde] Legaet en prelegaete
eijnde des ses maenden na t'overlijden van hem
Testateur ende d'voors[egde] sijne huijsvrouwe
maer bij aldien Trijn Jans, de moeder van de s[elve]r
Cornelis en Grietje Luijcas alsdan noch uit
leven[?] in echten sijn, soo is sijn Testateurs wille en
begeren, dat de sij de voorn[oemde] achttienhondert g[u]l[den]s,
aen de voorn[oemde] haere beijde kinderen hier vooren
geprelegateert, sal besitten ende gebruijcken
haer leven lanck geduijeren[?] In het selve d'versz[?]
Trijn Jans meede Legaterende bij desen, Lusti[?]
tierende[?] [woorden doorgestreept] voorts [boven regel: tijt] sijne erftgenamen
in de eijgendommen ende profrieteijt[?] van alle den
verdere goederen geene uijtgesondert, die hij sonder daer
oft anders specialijck gedisponeert te hebben
metter doodt ontruijmen end[?] nae laten sal, (behoudens
de lijftocht aen de voorn[oenmde] sijne huijsvrouw als voors[egt] is)
lxxii
Pieter cornelisz Boerman sijne broeder, de kinderen
van Luijcas Cornelisz Boerman sijne overleeden
broeder, Tesamen of haere Vaders plaetse, Item
de kinderen van Jan Cornelisz Boerman, meede sijn
overleeden broeder te samen jusgelijcx op haer
Vaders plaetse, mitsgaders Trijn cornelis sijne
halve suster woonend tot dircxhorn, ende bij
ordina[?] elc[?] kindt , kinderen oft verder descendenten
bij representatie op des overleedene plaetse, omme[?]
alle d'selve sijne berdene[?] nae te latene goederen onder [?]
d'booven verclaerden te verdelen volgens de ordo-
nantie op de successie [?] geemaneert, doch
anders noch verders niet, hen lieden in sulcken maniere
andermael Ius[?] situerende mits desen, noch is
sijn Erflatenis wille en begeren dat de goederen
die de voorn[oemde] Grietjen Luijcas van hem Testateur soo
bij prelegaet als Institutie sal coomen te erven
bij haer niet en sullen moogen werden [boven regel: vercocht] belast, verswaert
oofe in eenigher manieren vermindert, maer sullen
alle s'selve goederen int gehele ende onvermindert
[?]et gecomen op deselver kindt ofte kinderen soo sij
eenige naeliet ende vant eene kint stervenden
sonder echter geboorte naer te laten op het ander
[in kantlijn: fultigeren[?]] tot het laest toe, ende het laeste meede overleden
Grietjen Luijcas quame afleijvich te worden, sonder
descendenten naer te laten, In beijder gevallen Is
sijn Testateurs willen en begeren dat alle deselve
goederen int geheel en sonder eenige vermindering
weder sullen moeten coomen op de voorts[egde] Cornelis
Luijcasz Boerman oft des descendenten [doorgestreept: des
selve] bij representatie op der overledeneplaetse, de
selve daerinne substituerende bij deesen,
verbiedende oock altij, ende in allen gevallen de
aftreckingen vande Trebellianique oft eenige andere
portie. De voorn[oemde] Neeltjen Adriaens
mede disponerende, heeft bij aldien sij voor [woord doorgestreept] oft
na de voorn[oemde] haer man comt te overlijden oft niet
gelegateert en besproocken soo sij doet ants[?] deesen
aen Guijrtjen Adriaens haer suster oft bij ordine[?]
derselver descendenten, de helft van een stucken
Lants gelegen tot Heijloo genaemt de Seijlmaekers
Weijt daer aft de selve de wederhelft toebehoort
mits uijtkerenden aen Jacob Adriaensz IJpelaen [woord doorgestreept]
hier na genoempt, d'somme van hondert g[u]l[den]s eens
Legateert noch aende voorn[oemde] Jacob Adriaensz IJpelaen
haer broeder, oft bij ondiun[?] sijne dessendenten als voorszegd]
De crofte Geestlandt geleegen in de banne van
Heijloo genaamt P[iete]r Sijmons Croft mits gro-[?]
de voorsz[egde] hondert g[u]l[dens]s bij de voorn[oemde] Guijertje
Adriaens uijt te keeren. Legateert ende
bespreekt noch aen de gesamentlijcke kinderen
van Aechje Adriaens haer Testatrice overleden
suster, en bij ordine elck kindt oft kinderen bij
representatie op des overleedene plaetse de
somme van negen hondert guldens eens mits
dat [doorsgestreept: de voorsz[egde] het selve van eene der voornsz[egde]
lxxiii
kinderen stervende sonder echte geboorte na te laten
op [doorgestreept: het] andere sal erven tot de laeste toe.
Legateert sij testatrice aen Geertje Adriaens het
dochtertje van Trijntjen Adriaens haer Testatrices
suster d'somme van vierhondert guldens eens,
mits dat de voorn[noemde] hare Testatrices suster het kints
moeder daer aft sal hebben de renten en Innecoomen
haer leven lanck geduijrende. Ende sal [doorgestreept het] de voorsz[egde]
Geertje Adriaens na [woordt doorgestreept] hare moeder quamen te
overlijden sonder wettige dessendenten na te laeten,
Is haer Testatrices wille begeerte, dat de
voorsz[egde] Vierhondert g[u]l[den]s int geheel en sonder
afftreckinigen van Trebellianique portie weder
sal moeten coomen aen haer broeders kinderen oft der
selver desssendenten bij representatie op des overleedene
plaetse. T'ontvangen alle de voorsz[egde] legaten
ten eijnde de ses maenden na t'overlijden van de
de langstlevende van haer Testatrice, en voorsz[egde] hare
mand ende eerder niet. Sulcx dat de voorsz[egde] haere
man langst leevende blijvende [boven regel: hier vooren genoemde] van alle d'selve goederen
sal moeten hebben de lijftocht ende het vruchtgebruijck
sijn leeven lanck geduijenrenden, deselve lijftocht hem
legaterende bij deesen. Verclaert noch haer wille
en begeerig te sijn, dat de voorn[oemde] Guijertje Adriaens, en
Jacob Adriaensz IJpelaen haer suster en broeder
sullen moeten dragen en betalen de xxe [twintigste] penn[ing] van de
goederen aen hen hier vooren restrectiven gele-
gateert. Heeft voorts sij Testatrice
bij al die sij vooren voorn[oemde] [boven regel ingevoegd: Gerrit Corn[eli]s Boerman haer man comt te overl[eijden]
de selve genomineert en geinstitueert tot hare
eenige en universele erfffenaem in alle de verd[?]
goederen geene uijtgesondert die sij Testatrice
sonder daer oft anders specialijcken gedistreneert[?]
te hebben metter doodt ontruijmen ende naerlaeten
sal, omme alle d'selve goederen erffelijcken en
sterffelijcken te hebben en behouden, sonder tegensrpreken
van eijmanden. End [boven regel ingevoegd: soo] sij Testatrice langstlevende
quamen te blijven, en d'voorsz[egde] haere man overleeffde
Soo Institueert sij Testatrice met gelijck recht
als vooren tot haere erffgenamen de persoonen
die [doorgestreept: hare] de voorn[oemde] Gerrit Cornelisz haeren man tot sijn
erffgenamen hier voorgheest[?] geinstitueert, ende
dat onder gelijcke conditien ende constraincten als
in de dispositie van voorn[oemde] hare man sijn gebruijct,
Verbiedende hare erffgenamen, wie het souden
mooge weesen die afftreckingen van de sol[letter doorgestreept]den
portien, [?] oft het saeck[?] dat ijemant
hem tegens [?] Innehouden van deesen quinnentie[?]
opposeeren, met woorden oft in [?] in eenigen
manieren, soo is hen Testanten wille ende
begeeren, dat soodanige opposant ofte opposanten
sal verbeuren en versteecken sijn van alle t'geen
desselven uijt crachten deeses soude comen ofte
moogen genieten, Willende dat felste[?]
verbeirde portie sal coomen aen de geinstitueerde
erffgenamen die deesen goetwillich nacoomen.
T'geen voorsz[egde] staet, Verclaerden sij
lxxiiij
Testanten te weesen haer lieden Testamente en
uijterste wille, dien sij wilde na hun doodt
achtervolcht te hebben en [?]tant te sullen grijpen
t'sij als Testamente Codicille giften saecken
des doodts onder der levenden oft ander [?]seet
redeervest[?] sal comen bestaen, niettegenstaende
eenige rechtelijcken solempuiteijten in deesen
gerequireet mochten t'weesen, daer aft sij lieden
begaen der gehouden te mend[?]voor geexciseert
Versoeckende tot die eijnde aen mij openbaer not[ari]s
voorn[oemd] hen hier aft gemaeckt en gelevert te
werden een acte naer openbaer Instrument ofte
Instrumenten in den bester forme. Gedaen
binnen der voorsz[egde] stadt Alcmaer te huijsen van
Testanten. In presentie van IJsbrant Kunst
Wijncooper en Dan[?] Jansz Koekebacker, poorters
deser stadt als getuijgen hier toe specialijck met
mij not[ari]s versocht.
Gerrit Cornelisz Boerman
Bij mij Neelten Aerijaens IJpla
de huijsvrou van Gerret Corne-
lisz Boerman lakencopper
IJsbrant Kunst
Dan[?] Jansz.
Y[?] v. Brederoe not[ari]s publ[icque]
1663» (3)
Derde testament van Gerrit Boerman en Neeltje IJpelaan, een maand later, 6 december 1663 :
«lxxxi
Testament van Gerrit Cornelisz
Boerman, Laekencooper ende
Neeltje Ariaens IJpelaen echteluijden
In de name des Heeren Amen, In den Jare van der
geboorte deselffs ons heeren ende Salichmakers
Jesu Christi Sesthienhondert ende drieen t'sestig
op den sester dach des maents [doorgesreept: novembris] decembris
savonts de clock omtrent acht uren,
compareerden voor mij Jacob Walichsz Brederode not[ari]s
publicq[ue] bij den hove van Holland geadmitteert
residerende binnen der Stadt Alcmaer ende
voor de getuijgen naegenoempt den Eersamen
Gerrit Cornelisz Boerman Laekencooper ende
d'eerbare Neeltjen Ariaens IJpelaen echteluijden
binnen deeses Stadt mij notaris wel bekent beijden
gaende ende staende in gesonden lijve hare sinnen
ende verstant wel machtich ende volcoomentlijcken
gebruijckende soo claerlick bleeck, ende men
niet anders en conde bemercken. Verclaerde
dat sijlieden overdenckende de cortheijt van
des menschen leven op der aerde de seeckerheijt
des doots, ende de onseeckerheijt van de ure
vandien Uijt haer lieden vrijen willen
sonder Inductie oft bedwanck van ijemande soolieden
opentlijcken verclaerden hunne Testamenten
en uijterste willen geschict gemaect ende
geordonneert mits deesen in manieren hier
naer verclaert Eerst haerlieden siele
bevelende de goedertieren genade ende
barmherticheijt Godts, En hunne Lichamen
de Christelijcken begravingen, hebben sij
te niet gedaen mits deesen alle Testamenten
Codillen, ende alle anderen uijterste willen Bij
hen voor deesen t'sij alleen ofte met ijemant
gemeen gemaect ofte gepasseert ende
specialijcken des testamente bij hen beijden
voor mij notaris ende seeckeren getuijgenv
gepasseert op den derden [woorden doorgestreept, daarboven: went:laer[?] sleeden[?]] niet
willende dat die eenige cracht sullen hebben
oft effect sorteeren in eenige manieren
Ende wederomme van niets[?] distronerend[?]
hebben sij Testanten malcander reciprocq
over ende wederover te weeten: de eerst
stervende de langst levende van beijden gema[?]
gelegateert ende besproocken so sij
doen mits deesen, de usufrucht, lijftocht,
ende het vruchtgebruick van alle de goederen
geene uijtgesondert, die de eerste stervende
van hen metter doodt ontruijmen ende naerlaten
sal met macht dat de selve langstlevende
ver[?]gen sal de goederen [boven de regel: van eerst strevende] te besitten ende gebruijck
sonder staet of Inventarisdar aft te geven
veel min cautie voort wel gebruijck der selver
goederen te stellen als malcanderen daer
lxxxii
oft ontlasten ende bevrijden mits deesen
Gevende de eerste stervende de langstlevende
aen hen mede becoomen macht ende authoriteijt
omme van de selve goederen Desnoot sijnde te moogen
juteeren Ende verminderen soo de langstlevende
goetvinden ende te rade werden sal [woord doorgestreept]
[doorgestreept: goederen die de langstlevende metter doodt ont]
[doorgestreept: ruijmen] ende t'geen de langstleven [doorgestreept: vande]
[doorgestreept: goederen hen beijden] van hen metter doodt
ontruijmen ende naerlaten sal (uijtgesondert de
goederen die d'selve langstlevende na t'overlijden
van de eerstelvende van hen souden mogen erven)
is haer Testanten willen begeeren, dat voor de
een helfte sal gaen aan de vrunden ende naerge-
noemde erffgenamen van de Testateurs ende voor de
ander helft aen de vrunden ende erffgenamen
van de Testatrice, d’selve haer lieden erffge-
namen daerinne ende verder niet Instituerende
mits des [in kantlijn: noch oft het [?]elt dat de lansgtlevende van hen te tweede huwelicken quame begeert in sulcxvallen is hen [?] te willen en begeert, dat d’selve [?] gehouden sal staet en [?]ben [?] te geld van [?]edere van de eerstoverleden Item dat oock cautie wort [?]ijck der [?] als van sal [?] stellen ende sulcx geen [?] [?] goederen oock met te moges[?]] noch verclaerden sij Testanten
haer lieden willen ende begeeren te sijin dat [woord doorgestreept] bijde
nagenoemden vrunden van den Testatrice sal
[woord doorgestreept] na hen genoomen de helft van de Seijlenmaeckers
Weijt ende de crofte landts genaemt P. Sijmons
Croft, mits dat d’erffgenamen van de Testa-
teur de waerde vandien daertegens weder
uijt de goederen bij de langstlevende nae te laten
sullen trecken ende genieten, De voorn[oemde]
Gerrit Cornelisz Boerman verders alleen disponerend
heeft uijt de goederen bij de langstlevende als vooren
na te laten (behoudens de lijftocht aen sijne huijsen
als voorn[oemd] is gelegateert en besproocken soo hij
doet mits deese aen ende ten behoeve van Claes
Cornelis sijne broeder [doorgestreept: als] sonder representatie de
somme van vijffentwintich g[u]l[den]s eens, Ende
medeeijgendomme van de verdere goederen geen
uijtgesondert als vooren naer te laten heeft hij
Testateur tot sijn universele erffgenamen
genomineert en geinstitueert soo hij doet mits
deesen, Pieter Cornelis Boerman sijne broeder
de kinderen van Luijcas Cornelisz Boerman sijn
overleden broeder, tesamen op haer vaders plaetse
Item de kinderen van Jan Cornelisz Boerman mede
sijn overleeden broeder tesamen Insgelijcx op
haer vaders plaetse, mitsgaders Trijn Cornelis
sijne halve suster woonende tot Dircxhorn en
bij ordune[?] elck kindt kinderen ofte verder
dessendenten bij representatie op des overledenen
plaetse, omme alle d’selve goederen onder
hen lieden te verdeelen voegens oirdonnantien
op de successie ab intestato [=opvolging bij versterf] geemaneert doch
anders oock verders niet henlieden in sulcken
maniere andermael Institueerde mits deesen
Noch is sijn Testateurs willen en begeeren
dat de goederen die Grietjen Lucas sijne
broeders dochter van hem Testateur sal coomen
te erven, niet en sullen moogen werden vercocht
belast, beswaert, ofte andersints veralieneert in
eeniger manieren, maer sullen alle d’selve
goederen int geheel en onvermindert moeten
coomen op der selver kindt ofte kinderen, soo sij
lxxxiii
eenige nalaet, Ende vant eene kindt stervende
sonder echter geboorte na te laeten
sullen erven tot het laeste toe ende het laeste
meede overlijdende sonder dessendenten nae te laten
oft dat sij Grietjen Luqcasquame aflijvig te
werden, sonder dessendenten nae te laten, In beijden
gevallen, Is sijn Testateurs wille en begeeren
dat [doorgestreept: alle] d’selve d’selve goederen int geheel ende
sonder eenige verminderinge weeder sullen moeten
coomen op Cornelis Lucasz Boerman hare broeder
oft deselvers dessendenten bij representatie op des
overledenen plaetse [inkantlijn: oft bij gebreecken indien of sijn late[?] andere geinstitueerden oft [?] dessen [?] bij representatie op des overledende plaetse, als] d’selve daerinne substitueren
mits deesen, Verbiedende oock altijt ende alle
gevallen de afftreckinge van de Trebellianique
[doorgestreept: portie] oft eenige andere portien,
voorn[oemd] Neeltje Adriaens [boven regel: IJpelaen] meede disponerende
heeft uijt de helft van de overschietende goederen
als vooren [rest regel doorgestreept]
geprelegateert en voor uit gemaect soo sij doet
bij deesen aen Guertjen Adriaens haere suster, de
helft van een stuck landts genaemt de Seijlemakers
weijt daer oft haer de andere helft toebehoort
Aen de gesamentlijcke kinderen van Jacob Adriaensz
IJpelaen hare broeder Een crofte landts in den
banne van heijloo genaemt Pieter Sijmens Croft,
[?]en de drie kinderen van Aechjen Adriaens haer
overleden suster, ijder d’somme van Vierhon-
dert C. guldens, Ende aen het dochtertje van
Trijntje Ariaens hare noch levende suster, de
somme van gelijck vierhondert C. guldens
eens ende bij ordune[?] elck kindt, kinderen oft
[laatste bladzijden ontbreekt]» (4)
Laatste testament van Gerrit Boerman, zonder Neeltje IJpelaan, waarin hij niets meer aan zijn familie nalaat, maar alles aan zijn echtgenote, 13 januari 1667 :
«
Testament van Gerrit Cornelisz
Boerman
In den name des Heeren Amen. In de Jare van der
geboorte desselfs ons heeren en salichmaeckers Jesu
Christi ses thienhondert en sevenentsestich op den
sestiende dach des maent Januarij, smorgens de
clocke omtrent halff acht uren, Compareerde
voor mij Jacob Walichsz Brederode notaris publicq[ue]
bij den hove van Hollant geadmitteerd residerende
binnen der stadt Alcmaer en voor den getuijgen
naergenoempt, den Eersamen Gerrit Cornelisz
Boerman poorter deeser stadt, mij notaris ende de
naergenoemde getuijgen wel bekent, sieckelijck in
bedde leggende doch sijne sinnen en verstant wel
machtich en volcoomentlijcken gebruijckende
soo claerlijck bleeck, ende men niet anders en
conden bemercken, verclaerde dat hij
overdenckende de cortheijt van des menschen
leven op der aerden, de seeckerheijt des doots
en d’onseeckerheijt van de ure vandien, Uijt
sijne vrije wille sonder Inductie oft bedwanck van
ijemande, soo hij opentlijcken verclaerden, sijne
Testament en uijterse wille, geschict,
gemaect, en geordineert heeft mits deesen
in manieren hier naer verclaert, Eerst
sijne siele beveelende de goedertieren genade
en barmherticheijt Godts, en sijn lichaem de
Christelijcke begravinge, verclaerde hij
Testateur te revoceren, casseren doodt
en te niet te doen mits deesen, alle Testamenten
Codicillen en alle andere uijterste willen, die
hij voor dato deeses eenichs[?] tsij alleen oft
met ijemants tsamen gemaect oft gepasseert
souden moogen hebben, niet willende dat die
eenige cracht sullen hebben oft effect sorteren
in eeniche manieren, heeft hij Testateur
tot sijne eenige ende universele erfgename
genomineert en geinstitueert soo als hij doet
bij deesen, Neeltjen Ariaens IJpelaen, sijn lieden
ende waerde huisvrouwe, in alle de goederen
geene uijtgesondert, die hij Testateurs souden
daer aft anders specialijcken gedisponeert te hebben
metter doodt ontruijmen en achterlaten sal
omme alle d’selve goederen erffelijcken ende
stervelijcke in vollen en vrijen eijgendomme
te hebben en behouden sonder tegenspraecken
vanijemande. T’geene voorn[oemd] staet,
verclaerde hij Testateur te weesen sijn
Testament en uijterste begeerte, die hij wilde
na sijn doodt achtervolcht te hebben en stant
te sullen grijpen, t’sij als Testamente, Codicillen
geste[?] ter saecke der doodts onder den levenden
[?] anders soot alderbest sal comen[?] bestaen
niettegenstaende eenige rechtelijcken solempuiteijten
in deese gerequireert mochte ontbreecken,
daer aft hij begeerde gehouden te werden van
geexciseert, versoeckende totdien eijnden
om mij openbaer notaris pub[lique] hem hier aft
gemaect, en geleert te werden, een ofte
mee openbaer Institueert [?] Instrumente in den
bester forme. Aldus gedaen en gepasseert [?]
sieck bedde van den Testateur In presentie van den
E[dele] Daniel Mellens[?], en Ariaen Pieters d’Jonge
mijne clercq als getuijgen hier toe versocht met mij
notaris specialijcken versocht, die deesen [?]
de Testateur, en mij notaris hebben geteeckend
ten tijde voors[egd]
Gerrit Cornelisse Boerman
Daniel Nullins[?]
AP de Jonge 1667
B. Brederode not[ari]s publ[icque] 1667» (5)
Neeltje Ariënsdr. IJpelaen, als verkoopster genoemd in een transportbrief van 25 april 1667, betreffende de verkoop van een tuin of erve breed 3 roeden en lang 50 ellen buiten de Nieuwlanderpoort, gehuwd geweest met wijlen Gerrit Cornelisz. Lakencooper, geassisteerd door haar voogd, haar neef Sijmon Jacobsz. IJpelaan, koper is Gerrit Pietersz. Hooglant (6).
Vijfde testament, Alkmaar, Neeltje Adriaens IJpelaen, 1669 : Neeltje IJpelaan, weduwe van Gerrit Cornsz. Boerman, poorter van Alkmaar; haar broeder Jacob Adriaensz. IJpelaen erft ƒ200,-, haar zuster Guijrtje Adriaensdr. de helft van Seijlmaeckers Weijt gelegen tot Heijloo, de andere helft was al van deze zuster; verder ƒ200,- voor Jacob en nog ƒ200,- voor Guirtje Adriansz.; aan Adrianus en Claes Mandelbrouwer, nagelaten kinderen van haar overleden zuster Aechje Adriaens, tesamen een croft land genaamd Pieter Sijmons Croft gelegen aan de Oosterweg in de banne van Heijloo; haar zuster Trijn met dochter wordt niet vermeld; aan Cijtje [?] Cornelis, nagelaten dochtertje van Cornelis Luijtjes Boerman ƒ30,-; de rest van de familie Boerman wordt niet vermeld (7).
Aanvullende aantekening over dit testament :
Op 9 juli 1667 bij verkoop van goederen van Eth Willems worden onder meer Guurt Ariens en Trijn Ariens beide geassisteerd door Sijmen Jacobs IJpelaan alsmede Arien Harmis wonend tot Uitgeest, getrouwd met Trijn Ariens genoemd. Reijer Pieters Mandebrouwer tot Alkmaar als vader en voogd van zijn kinderen, geprocureert bij Aacht Ariens zijn eerdere huisvrouw. Ook Jacobs Ariens Ijpelaan alias Boter treedt op. [Aantekening Pieter Louter]
Van Neeltje Adriaans IJpelaan, weduwe van Gerrit Cornelis Boerman, een Croft Geestland benoorden de kerk, 1674 :
«Wij IJsbrant van der Velden schout, mitsgaders Corn[eli]s Wilboortsz Colter en Pieter Dircksz Coningh
en schepenen der Heerlicheijt Heijloo ende Oesdom, oirconden ende konnen dat voor ons gecomen
is, Neeltje Adriaens IJpelaen wed[uw]e van Gerret Corn[eli]s Boerman. Inde bekende wettelick
vercost en tot een vrijen eijgendomme opgedragen te hebben, so sij doet bij dese aen ander
ten behoeve van haar Joan vander Nijenburgh out burgem[eeste]r en Raadt der stadt Alckmaar,
mitsgaders gecommiteerde ter vergaderinge van de Cr[?] hoc[?] mo[?] haeren staten generale
der saamchde Nederlanden. Een Crofie Geestland gelegen tot Heijloo benoorden de kerck
groot ruijm drie hondert roeden. Belent de haar coper ten suijden, de Heerewech ten
westen, en Jan Jansz Rammel ten noorden, ende de Oosterwech ten oosten. Van welcke
vercopinge ende opdrachte sij comp[arant]e haar bekende al en ten vollen voldaen te wesen
den laatsten penningh metten eersten. So dat sij daervan omme beloofde het vercoste te
vrijen en te waren als men ins goeijcken schuldich is te doen na de rechten en t’gebruick
van Heijloo voorsz[egd]. Daer voren verbinden Generalijck alle haare goederen, roerdende
en onroerende geen van dien uitgesondert, subjecterende die alle rechten, ende
rechteren, actum sonder fraude des Toirconde hebben ick schout voorn[oem]t [?]a
dat dese bij gemelte schepenen was geteijckent t’dorpe zegel hier beneden
[laatste regel meest onleesbaar door vouw] twintichsten maij sestien hondert vierenseventig
[Op de omslag:] den xle penning, Dirck van der Velden» (8)
[Aantekening van Pieter Louter, 2019 : Ik neem aan dat dit het Pieter Sijmens croftje is op basis van verpondingboek 1686 waarin de Pieter Sijmens croft van 303 roe bij Johan van Nijenburg staat vermeld.]
Aantekeningen
Vervolg
|
1. Regionaal Archief Alkmaar, DTB, inventarisnummer 40, aktenummer 18063.
2. Regionaal Archief Alkmaar, Notarieel Archief, Testament, inventarisnummer 231, folio 9v.
3. Regionaal Archief Alkmaar, Notarieel Archief, Testament, inventarisnummer 243, folio 70v.
4. Regionaal Archief Alkmaar, Notarieel Archief, Testament, inventarisnummer 243, folio 81.
5. Regionaal Archief Alkmaar, Notarieel Archief, Testament, inventarisnummer 244, folio 42.
6. Regionaal Archief Alkmaar, Oud Rechterlijk Archief, inventarisnummer 160, fol. 28, no. 35, en verwijzing naar : inventarisnummer 152, fol. 40.
7. Regionaal Archief Alkmaar, Notarieel Archief, testament, waarschijnlijk 25 april 1669, inventarisnummer 244, akte 230; akte mag niet gefotocopieerd worden; idem inventarisnummer 243; idem inventarisnummer 141.
8. Regionaal Archief Alkmaar, Familiearchief Van Foreest / Van Egmond-Van den Nijenburgh, inventarisnummer vE, 255, 1674; 1 akte, fotokopie op A3-formaat.
|