Wilhelmus IJpelaan (Willem), zoon van Jan IJpelaan en Jannitge Frans, zie IV.2; geboren ca. 1634, Willem Jansz. IJpelaen, begraven Rotterdam, nieuwe kerkhof; wonende achter de Franse kerk, 26 november 1703 (1).
Willem IJpelaan, wordt vermeld in het testament van zijn oudtante Ette IJpelaan en oudoom Cornelis Dircksz. uit 1667 en in de boedelscheiding van de nalatenschap van zijn ouders van 26 april 1681.
Cornelis Kraeijevelt, wonend Middelburgh, ondertrouwt Rotterdam, 23 november 1704, trouwt Rotterdam, Gereformeerd, 14 december 1704 Cornelia van der Stat, weduwe van Wilhelmus IJpelaan, wonende achter de Franse Kerk (2).
[Naar afzonderlijke pagina.]
Mogelijk een zoon :
Jan IJpelaan, geboren ca. 1665, zoon van Willem IJpelaan, overleden Heiloo [niet Limmen], 22 april 1724 (3).
Jan Willems, trouwt Heiloo [niet Limmen], R.K., 23 februari 1691 Aalbertje Cornelis.
Aalbertje Cornelis, weduwe, hertrouwt Heiloo, Gerecht, 17 augustus 1732, Heiloo [niet Limmen], R.K., 18 augustus 1732 Cornelis Sierikse, weduwnaar.
Aalbertje Cornelis, overleden Heiloo [niet Limmen], 1 februari 1733.
«Nog van Jan Willems IJpelaan de hure tot 1721 van de goods camp f 17,-» (Regionaal Archief Alkmaar, Oud Rechterlijk Archief Heiloo, inventarisnummer 73, Rekeningboek van de armmeesters).
Aalbertje Cornelis, weduwe van Jan Willemsz IJpelaan, maakt in 1731 testament op : aan haar schoonzoon Jan Olofsz. ƒ100,- haar dochters kinderen bij de voorn. Jan Olofsz. verwekt Olof, Trijntje, Arigje en Ariaantje Jans (Regionaal Archief Alkmaar, Notarieel Archief, inventarisnummer 494, akte nr. 161t) :
«In de name des Heeren Amen!
Den 22e September 1731 smiddags de
clokke 12 [uuren] compareerde voor mij
Arent Klaver Secretaris publijcq, bij den
Ede[le]: Hove van Holland geadmitteert
residerende binnen de Stad Alkmaar
ten praesentie vande nagen[oemde]: getuijgen
D’Eerbare Aalbertje Cornelis Wed[uw]e van
Jan Willemsz ijpelaan woonagtigh tot
Heijloo dog althans binnen deze
stad mij notaris bekend, dewelke
verklaarde bij uijterste wille van
hare tijdelijke goederen gedisponeert
te hebben in volgende manieren
Bevelende alvorens hare ziele God al
magtig, en doode lichaam een Christelijke
begravinge
Verklaarde de testatrice na revocatie
en vernietiging van alle voorgaande
makingen en andere soorten van
uijterste willen te legateren aan
haar schoonzoon Jan Olofsz eens de
Somma van hondert guldens.
Instituerende voorts tot haar eenige
ende universele Erfgenamen haar dogters
Kind[ere]n bij de voorn[oemde] Jan Olofsz verwekt
met namen Oloff, Trijntje, Arigje
en Ariaantje Jans ofter bij vooroverlijden
van [doorgestreept: hun] een desselfs descendent oft descen-
denten bij repraesentatie en sonder die
vooroverlijden zijnde de langstlevende
van hen. Edog onder deze speciale
mits en expresse begeerte, dat alle
de goederen en effecten die de voors[chreven]
hare Erfgenamen van haar comen te
erven, sonder enige aftrek van legitime
trebellianique portie, extraord[inaire] lasten
oft andere defalcatien in regten bekent
zullen erven en versterven - Van t’
eene kind minderjarig en ongetrout
overlijdens op het ander tot het laest
toe aen de laeste mede alzoo overlijdende
alsdan op derselver voorn[oemde] vader oft de
geene welke [woord doorgestreept] als intestato daer
naest toe gerechtigt is, zullen werden gevonden
sonder dat er oijt voort afsterven van
den langstlevende des voors[chreven] Erfgenamen
iets zal mogen devolveren op de
voors[chreven] Jan Olofsz als begeerende dat
hare nalatenschap zoo lange sal succederen
volgens het schependoms regt verbie-
dende ook voorbedagtelijk de aftreck
der legitime en trebellianige[?] portie
met [sgrs?] extraord[inaire] lasten en andere
aftrekkingen in regten bekent
De testatrice verklaarde niettemin te
willen en begeeren, dat hare na te
noeme Executerens alle jaren, zoo lange
hare geinstitueerde Erfgenamen minderjarig
en ongetrout zijn, de revenuen van de
sodanige zijne goederen zullen moeten worden
uijtgereijkt aan de voorgeno[oemde] Jan Olofsz
als dezelven gedurende ijders minderjarige
oft[?] troudag aan hem tot onderhoud
van die Kind[ere]n bespreekende bij dese sonder
dat egter oijt gedurende die tijt vant
capitaal zal mogen werden vermindert
wijl sulx voorbedagtelijk werd geprosi[?]-
beert.
Laastelijk verklaarde de testatrice tot
Executeurs van dese hare uijterste wille
en voogden over haar minderjarige
Erfgenamen te versoeken committeren
en aan te stellen de E.E.[edele] Arien
Pietersz Groot en Cornelis Cornelisz
Hogeboom beide onder Heijloo woonagtig
met magt van assumtie en surrogatie
ten uijteijnde des executeursschaps in
voogdij incluijs.
Sluijtende vervolgens uijt haren boedel
en vande voors[chreven] voogdije, d’Ede[le] Heeren
Weesmeesteren vande plaetse haarer
sterfhuijs, alsmede den Achtb[are] Geregte
aldaer, en andere zoo eed, ampst, als bloeds-
halvens gesag hebbende persoonen
als alle dezelven, gehoudens hun
waerdigheijt, excuserende en bedankende
bij dezen
T’Geene voors[egd]en staat, verklaarde
de Testatrice te wesen haar
testament en uijterste wille
begerende dat het selve zal bestaen,
’t zij als sulx codicille gifte
ter sake des doots, oft anders
zoo eens menschen laeste wille best
effect sorteren kan.
Dat aldus passerende ten comptoire
mijns notaris ter praesentie van
Cornelis Ter Hoeven, en Adriaan Arend
Rolwagen als getuijgen
dit merk + gestelt
door Aelbertje Corn[eli]s voorn[noem]t
Cornelis Ter Hoeven
A: A: Rolwagen
A Klaver
not[ari]s publ[icq]
1731»
Kinderen van Jan Willems [IJpelaan] en Aelbertje Crelis :
- Willem IJpelaan, gedoopt Heiloo [niet Limmen], R.K., 8 februari 1695, doopgetuige Trijn Willems «8 februari [1696] baptizata Wilhelmus ex parentibus Jan Willemsz. et Aelbertje Crelis susceptrice Trijn Willems» (369a); Willem Jansz., begraven Heiloo [niet Limmen], zonder datum, 1695.
- [Naar afzonderlijke pagina] Marijtje IJpelaan (Maertie), gedoopt Heiloo [niet Limmen], R.K., 12 januari 1698, als Marian, doopgetuige Cornelis Cornelis, mogelijk een broer van de moeder, niet begraven te Heiloo, ondertrouwt als Maertie Jans IJpelaan, jonge dogter, wonende tot Heiloo, Heiloo, 27 april 1721 Jan Oolven jongman, wonende tot Bergen, met betoog. Maart Jans trouwt Heiloo [niet Limmen], R.K., 27 april 1721 Jan Olofsen, getuigen Geertruij Barents en Joanna Evers. Maartje IJpelaan wordt als enig kind vermeld in het testament van haar moeder uit 1730, ze is dan overleden. Jan Oolven woonde in 1721 te Bergen. [Een andere Jan Olofsz trouwt Heiloo [niet Limmen], R.K., 10 september 1687 Barber Aerjens, getuige Griet Olofs.] OR Heiloo, 1732, Maartje Jans, dochter van Jan Willems IJpelaan en Aalbertje Cornelis.
Kinderen van Jan Oolven en Maertie IJpelaan, niet gedoopt te Heiloo, vermoedelijk te Bergen :
- Olof Jans, genoemd in het testament van zijn grootmoeder Aalbertje Cornelis in 1731.
- Trijntje Jans, genoemd in het testament van haar grootmoeder Aalbertje Cornelis in 1731.
- Arigje Jans, genoemd in het testament van haar grootmoeder Aalbertje Cornelis in 1731.
- Ariaantje Jans, genoemd in het testament van haar grootmoeder Aalbertje Cornelis in 1731.
- Aafje IJpelaan, gedoopt Heiloo [niet Limmen], R.K., 25 juni 1699, als Evam ?, doopgetuige Alijt Willems, getuige bij de doop van een kind van Maartje Jans IJpelaan en Jan Oolven, niet vermeld in het testament van haar moeder uit 1730. Een Aafie Jans werd begraven Heiloo [niet Limmen], R.K., 19 maart 1721, «Obiit Aafie Jans, in Egm[ont] Binnen»
Aantekeningen
Met aanvullingen van Rene Hofstee te Alkmaar en Tom van Baar.
Aantekeningen bij Jan Oolven
Jan Oolven had in ieder geval twee zusters, Aafje en Jannetje, een broer Paulus die meermalen getuige was bij de doop van hun kinderen en mogelijk nog een broer Jacob die voorkomt in het verpondingenregister van Bergen; hun gezin woonde te Bergen.
Aafje Olofs was de tweede echtgenote van Jan Jansz. Vaders, zie onder gezin VII.1.
De andere zuster van Jan Oolven, Jannetje Olofs, is begraven Limmen, R.K., 31 december 1783; zij trouwt Heiloo, Schepentrouw, met betoog van Bergen, 22 november 1720 Cornelis Hoogeboom. Kinderen van Crelis Crelissen Hogeboom en Jannetie Olofs :
- Pieter, gedoopt Heiloo [niet Limmen], R.K., 8 februari 1725, doopgetuige Aafie Olofs «[1725] 8va Feb: bapt e Pieter P Crelis Crelissen M: Jannetie Olofs Susc Aafie Olofs».
- Cnelis, gedoopt Heiloo [niet Limmen], R.K., 14 februari 1726, doopgetuige Jan Vaders «[1726, Februari] Eadem [14to] bapt e Cnelis P: Crelis Crelissen Hogeboom M: Jannetie Olulfs Susc Jan Vaders».
- Ariaantje, gedoopt Heiloo [niet Limmen], R.K., 31 maart 1727, doopgetuige Aafie Olofs «[1727] 31 Martii bapt e Ariaantie P: Crelis Crelissen M: Jannetie Olofs Susc Aefie Olofs», waarschijnlijk vroeg overleden.
- Ariaantje, gedoopt Heiloo [niet Limmen], R.K., 7 juni 1729, doopgetuige Aafie Olofs «[1729] 7ma Junii bapr Ariaantie P: Crelis Crelissen M: Jannetie Olophs Susc Aafie Oluphs».
Crelis Hogeboom hertrouwt Heiloo [niet Limmen], R.K., 3 september 1741 Antie Jans «[1741] 3tia Sept: contraxit Crelis Crelissen viduus [= weduwnaar] cum Anti Jans Testes Jan Hendriksen et Lijsbeth Sijmensen» Kinderen van Crelis Hogeboom en Anti Jans :
- Jan, gedoopt Heiloo [niet Limmen], R.K., 1 mei 1742, doopgetuige Ariaantje Jans «[1742] Eodem [1ma maji] bapt e Jan P: Crelis Hogeboom M: Antie Jans Susc Ariaantie Jans».
- Pieter, gedoopt Heiloo [niet Limmen], R.K., 27 oktober 1746, doopgetuige Pieter Crelissen «[1746] 27ma Octob: bapt e Pieter P: Crelis Crelissen M: Antie Jans Susc Pieter Crelissen».
- Jannetie, gedoopt Heiloo [niet Limmen], R.K., 27 oktober 1746, doopgetuige Aafie Olofs «[1746] eodem [27ma Octob:] bapt Jannetie P: Crelis Crelissen M: Antie Jans Susc Aefie Olofs».
Vervolg
|