Floris I, graaf |
Inhoud van deze pagina
- Genealogie/oorkonden/numismatiek
- Egmondse bron
- Secundaire bronnen
Noten
1. Genealogie/oorkonden/numismatiek
- Geboren : onbekend;
Overleden : 28 juni 1061, vermoord (1); Zoon van : Dirk III en Othelhildis (2); Trouwt : Geertruid van Saksen, dochter van Bernard II, hertog van Saksen en Eilica van Schweinfurt (3); Kinderen :
- Dirk (V).
- Albrecht, Floris en Peter, alle drie kanunniken te Luik (5).
- « Bertha, gest. 1093, tr. in 1071 of 1072 Philips I, koning van Frankrijk 1060-1108, zoon van Hendrik I en Anna van Kiev, geb. 1052 gest. Melun 29 Juli 1108. Philips I verstootte haar in 1092 en hertr. Bertrade van Montfort, dochter van graaf Simon, gest. 1117, na deze geschaakt te hebben van haar echtgenoot Fulco, graaf van Anjou. » (6).
- Machteld (7).
- « Floris, jong gestorven » (8).
- « ? Adela alias Christina, gest. 1085, tr. Boudewijn I, graaf van Guines, gest. 1092/96. » (9).
N.B. Guînes was het graafschap dat de Noorman Godfried in 882 in leen had verkregen.
- Genoemd in oorkonden : 1063 en 1064, vervalsingen (4);
Gegeven oorkonden : onbekend.
- Muntslag : toegeschreven.
2. Egmondse bron
- Annalen van Egmond :
« Anno M lxi Florentius comes holdlandensis cum de bomlo reverteretur ad propria. conti git ut fessus ex itinere sub umbra arboris salignę in loco qui dictus est Hamerthe dormiret meridie iam secure : et ecce inimici ex inprovisu supervenerunt. et priusquam cum suis equos aseendere potuit et effugere in eum irruerunt. et eum cum multis suis occiderunt. Annus M lxii. Anno M lxiii Rotbertus iunior filius Balduini comitis flandrię. frater Balduini tertii Gerthrudem comitissam relictam Florentii comitis sibi in matrimonium sociavit. et sic comitatum holdlandię et fresię adquisivit. » Vertaald : « In het jaar 1061, toen graaf Floris van Holland uit Zaltbommel terugkeerde naar zijn eigen land, gebeurde het dat hij, vermoeid van de reis, in de schaduw van een wilg in de plaats geheten Hamerthes ’s middags onbezorgd lag te slapen, en zie daar doken zijn vijanden onverwachts op, en voordat hij met zijn gezelschap te paard kon gaan en vluchten, stortten zij zich op hem en doodden hem met veel van de zijnen. Het jaar 1062. In het jaar 1063 is Robert; de jongste zoon van graaf Boudewijn van Vlaanderen, de broer van Boudewijn de derde, getrouwd met gravin Gertrude, de weduwe van graaf Floris, en zo verwierf hij de graafschappen Holland en Friesland. » (10) N.B. 1 : Floris is de eerste graaf waaraan iemand in de Egmondse abdij ‘van Holland’ durft toe te voegen. N.B. 2 : Bomlo wordt, zonder enige verantwoording, nog altijd traditionalistisch vertaald met Zaltbommel, maar Hamerthe daarentegen niet meer met Neder-Hemert, dat nog wel in een noot wordt vermeld. N.B. 3 : « Bomala, genoemd in een akte van ruil uit 850 tussen het bisdom Traiectum en Baldricus, wordt door Blok (p. 104) als Zaltbommel opgevat, uiteraard zonder de oorspronkelijke naam te vermelden. Deze plaats bestond in 850 nog niet omdat haar grond onder water lag. De juiste determinatie is Bommel, een heerlijkheid te Sercus, op 1 km zuidoost van St.-Omaars. » (11).
2. Secundaire bronnen
- Nijhoffs Geschiedenislexicon, 1981 :
« Floris I (1049-61), †28.6.1061 Nederhemert; broer en opvolger van Dirk IV. Huwde ca. 1050 Geertruid van Saksen; zette de expansiepolitiek van zijn voorganger voort; overwon 1061 bij Nederhemert Ecbert I van Friesland, maar werd daarna overvallen en vermoord door de Heer van Kuik. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Dirk V. » (12).
- Genealogie van de graven van Holland, 1954 :
« Floris I, graaf van Holland 13 Jan. 1049-1061, trachtte zijn macht uit te breiden tot in de Bommelerwaard, doch werd 28 Juni 1061 vermoord bij Nederhemert, tr. ±1050 Geertruid van Saksen, dochter van Bernhard II, hertog van Saksen en Eilica van Schweinfurt, gest. 4 Aug. 1113. Zij hertr. in 1063 met Robrecht I de Fries, graaf van Vlaanderen, zoon van Boudewijn V, graaf van Vlaanderen en Adela van Frankrijk, geboren tussen 1029 en 1032; deze maakte zich in 1071 door de overwinning bij Kassel meester van Vlaanderen, gest. te Kassel 13 Oct. 1093. » (13).
- Biographisch woordenboek der Nederlanden, 1859 :
« FLORIS I, Graaf van Holland, was de tweede zoon van Dirk III, Graaf van Holland, en van O t h i l d e of W i t h i l d e, dochter van O t t o v a n S a k s e n en alzoo broeder van Graaf D i r k IV. Gedurende het leven van zijnen vader was hij tot Stadhouder van Kennemerland aangesteld, en na den dood van zijnen broeder volgde hij dezen, in Januarij 1049, op. Op het artikel van laatstgenoemde hebben wij diens strijd tegen de Bisschoppen van Keulen, Utrecht, Luik en Metz, en den Markgraaf van Brandenburg vermeldt en het was aan F l o r i s I overgelaten de door zijnen broeder behaalde overwinning voort te zetten. Hij hernieuwde het verbond door zijnen broeder met G o d f r i e d, Hertog van Lotharingen, gesloten, en deze vermeesterde niet lang na D i r ks dood de stad Dordrecht en het omliggende land Merweda, hetwelk weder in den magt der vijanden van het grafelijke huis was gevallen. In 1054 werd door dezen, op aansporing van Willem, Bisschop van Utrecht, andermaal tot een heirvaart tegen Holland besloten. In plaats van zich aan een veldslag te wagen, had F l o r i s zich te Dordrecht verschanst en waren, naar luid van het verhaal, dat evenwel door sommige schrijvers in twijfel getrokken wordt, de toegangen, naar het punt van verdediging, met diepe kuilen of grachten doorsneden, die met ligt rijswerk en dunne zoden bedekt waren. Toen de vijand, reeds zeker van de overwinning, aanrukte, stortte de voorhoede in de bedekte kuilen. Floris maakte van dit oogenblik gebruik en behaalde eene glansrijke overwinning. Deze slag moet den 13den Junij 1058 hebben plaats gehad. Drie jaren daarna waren de bondgenooten andermaal met een magtig heir opgetrokken, om wraak over dezen nederlaag te nemen. F l o r i s, nu over een magtig leger kunnende beschikken, trok hen te gemoet, en ontmoette hen tusschen Maas en Waal, nabij het dorp Neder-Hemert in den Bommelerwaard, tegenover Heusden. Aldaar had op den l8den Junij 1061 een hevig gevecht plaats, waarin F l o r i s wederom zegevierde. Vermoeid van den strijd zette de vorst zich onder een boom neder, en viel in slaap. Dit voorbeeld werd door de zijnen gevolgd, en in dien staat werden zij door H e r m a n I, graaf van Cuyck, overvallen en F l o r i s met een groot deel der zijnen vermoord. Zijn lijk werd te Egmond, in de kloosterkerk bij zijne voorzaten, begraven. Men roemt zijnen vreedzamen aard; doch tot den oorlog genoodzaakt was hij heldhaftig. Godsdienstigheid was eene zijner deugden. Hij was gehuwd met G e e r t r u i d, dochter van den Hertog v a n S a k s e n, die hem, behalve twee dochters, B e r t h a en M a c h t e l d, een zoon schonk, die hem, onder de voogdij zijner moeder en onder den naam van D i r k V, in het bestuur opvolgde. Sommige scbrijvers melden dat hij nog meer kinderen verwekte. De afbeelding van F l o r i s I ziet het licht.
Zie Melis Stoke, Rijm-Kronijk, B. I. bl. 109, 114-116; 0ude Holl. Div. Kron. 9de Div. c. 3. bl. 114; Scriverius, Toetsteen op het goudsche kron. bl. 233-235; Balen, beschr. van Dordr. bl. 702-705; van Leeuwen, Bat. Ill. bl. 1367; Boxhorn, Chron. van Zeelandt, D. II. bl. 24, 25; Hoogttraten, Woordenb.; van Hemert, Levensbeschr.der Holl. Grav. bl. 65-72; Wagenaar, Vaderl. Hist. D II. bl. 153, 165, 166, 168, l69, 179; Loosjes, Charakterk. der Vaderl. geschied. D. I. bl. 188-191; Luiscius, Woordenb.; Kok, Vaderl. Woordenb. D. XV. bl. 234-237; Arend, Algem. geschied. des Vaderl. D. II. St. I. bl. 63, 64, 70, 71; van der Chijs, de Munten van Holl. en Zeel. bl. 19-21; de Munten der Heeren en Steden van Overijssel, bl. 24; Muller, Cat. van Portrett. bl. 1, 305; dit Woordenb. D. III. bl. 934, 935. » (14). Commentaar : Nederhemert (Gelderland) wordt pas voor het eerst vermeld in een dertiende eeuwse kopie van een akte uit 1124 en kan hier dus niet zijn bedoeld. (15).
- Nieuw Nederlandsch biographisch woordenboek, 1912 :
« FLORIS I, (Florentius), graaf in Friesland, gest. 1061, zoon van Dirk III en Othilhildis (I kol. 719), volgde 14 Jan. 1049 zijn broeder Dirk IV in de regeering op. Onder de regeering van dezen vorst deed koning Hendrik IV een tocht tegen de in opstand gekomen Friezen. In 1061 werd de graaf, toen hij van Bommel naar zijn landen terugkeerde, bij Hemert vermoord. Floris I was gehuwd met G e e r t r u i d v a n S a k s e n. Vgl.: Annales Egmundani (Werken v.h. Hist. Genootsch. te Utr. Nieuwe Serie n°.1); L. Vanderkindere, La formation territoriale des principautés belges au moyen age (Bruxelles 1902). Poelman. » (16).
- Context :
« Munten van Floris met het opschrift Leitheriburg werden naar mijn mening in Ledeberg geslagen. Ledeberg is nu een gedeelte van Gent » (17).
Vervolg
|
Noten |
1. Genealogie van de graven van Holland, t.a.p., zonder bronopgave.
2. Genealogie van de graven van Holland, t.a.p., zonder bronopgave.
3. Genealogie van de graven van Holland, t.a.p., zonder bronopgave.
4. Genealogie van de graven van Holland : « Deze drie broers worden genoemd in het Chron. Egm. van Joh. à Leidis (uitgave Sweertius, 1620, p. 129). De archivaris van Luik kon echter geen nadere gegevens verstrekken. »
5. Genealogie van de graven van Holland, t.a.p., zonder bronopgaven, verwijzing naar : « Vgl. A. Fliche, La règne de Philippe Ier, roi de France, 1912. ». Bertha en de andere kinderen kwamen na het huwelijk van Geertruid van Saksen onder de voogdij van Robert/Robrecht de Fries; na de Slag bij Kassel werd Bertha strategisch uitgehuwelijkt aan de Franse koning.
6. Genealogie van de graven van Holland, t.a.p., bron : « Alleen vermeld bij v.d. Bergh, Oorkbk I in de toegevoegde geslachtstafel zonder opgave van bronnen. ». Jawel.
7. Genealogie van de graven van Holland, t.a.p., bron : « Zie Egm. Necrologium p. 107. »
8. Genealogie van de graven van Holland, t.a.p., zonder bronopgave.
9. Oorkondenboek van Holland en Zeeland tot 1299, deel 1, t.a.p., tekst 84 en 86.
10. Annalen van Egmond (J.P. Gumbert), p. 132-133.
11. De ware kijk op..., t.a.p., p. 491.
12. Nijhoffs geschiedenislexicon, t.a.p., p. 193. Egbert was één van de Brunonen, die graven waren van het latere Brunswijk en van Fresia. Voor Brunswijk moet Brunémont bij Cambrai (Nederlands Kamerijk) worden gelezen en niet Braunschweig in Duitsland. « Egbert (Ecbert I) van Brunswijk, markgraaf van Friesland, †1068. Verenigde 1057 na de dood van zijn broer Bruno Hunzingo en Fivelgo (nadat hij er in geslaagd was deze graafschappen lost te maken van het leenverband met Bremen) met Oostergo, Westergo, Stavoren en Islego; voerde oorlog tegen Floris I van Holland; werd 1067 tevens markgraaf van Meissen », en : « Egbert (Ecbert) II van Brunswijk, markgraaf van Friesland, †(gesn.) 1089; zoon van Egbert I. Volgde zijn vader 1068 op als graaf van Brunswijk en markgraaf van Meissen; regeerde tevens over Friesland; kwam herhaaldelijk in opstand tegen de Duitse keizer Hendrik IV, die hem 1077 en 1086 zijn lenen ontnam. Na opnieuw in verzet te zijn gekomen, werd hij 1089 te Quedlinburg voor eeuwig van al zijn goederen ontzet. Deze kwamen grotendeels het bisdom Utrecht [toe?]. Sneuvelde in Thüringen. Met hem stierven de Brunonen uit. » (Nijhoffs geschiedenislexicon, t.a.p., p. 170); nog een mythe : Hunzingo en Fivelgo waren geen gouwen maar plaatsen, namelijk Honnebecque en Fiefs, achteenvolgens op 7 km ten noordwesten en 23 km ten westen van Béthune (De ware kijk op..., deel 2, p. 40); ook de andere namen zijn allemaal in de omgeving van Béthune te vinden.
13. Genealogie van de graven van Holland; t.a.p., zonder bronopgave. Waarschijnlijk gaat het om Sercus bij St.-Omaars.
14. Biographisch woordenboek der Nederlanden, bevattende levensbeschrijvingen van zoodanige personen, die zich op eenigerlei wijze in ons Vaderland hebben vermaard gemaakt / A.J. van der Aa, voortgezet door K.J.R. van Harderwijk. - Zesde deel. - Haarlem : J.J. van Brederode, 1859. - 287 p. - p. 115-116.
15. Nederlandse plaatsnamen / Gerald van Berkel en Kees Samplonius. - Utrecht : Uitgeverij Het Spectrum, 1995. - 279 p. - p. 158.
16. Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek / onder redactie van Dr. P.C. Molhuysen en Prof. Dr. P.J. Blok. - Tweede deel. - Leiden : A.W. Sijthoff’s uitgevers-maatschappij, 1912, t.a.p., kol. 445.
17. Van Frisia naar Holland, t.a.p., p. 29. Zie ook : Stadswording in de Nederlanden / Reinout Rutte en Hildo van Engen (red.). –p. 51.
|