*Jacob en *Ette |
De gedocumenteerde familiegeschiedenis begint in 1589 (zie onder gezin II.1, dat is een andere akte dan die uit 1593, hier rechts afgebeeld), zestien jaar na het beleg van Alkmaar, waartijdens (1) het stadsarchief grotendeels verloren ging. De naam van de familie verschijnt in documenten dertien jaar later, in 1602, toen volgens sommigen, en voor sommigen, de “Gouden Eeuw” begon met de oprichting van de Vereenigde Oost-Indische Compagnie, waarmee de familie nauwelijks iets te maken had. Daarvóór is de familienaam in 1600 één keer Langedijk, mogelijk duidend op een afkomst uit het grondgebied met die naam, wat verder onwaarschijnlijk achterhaalbaar is. Het begint met ene Jacob, die we alleen kennen uit het patroniem van zijn zoon Willem (2); hij zou geboren kunnen zijn rond 1535, daarover ontbreekt het aan berichten. Op 22 mei 1593 worden Cornelis Pauwelsz., wonende in de Varnebroek, Willem Jacobsz (wat later Langedijk genoemd, en daarna IJpelaan) en Ponciaen Jacobsz., beide inwoners van Heiloo, genoemd als gezamenlijke kopers van de Bagijnecroft (ten noorden van het Witte Kerkje). Omdat het gaat om drie kopers, die gezamenlijk een stuk land verwerven, zou verondersteld kunnen worden dat Willem Jacobsz. en Ponciaen Jacobsz. broers waren; en dat Cornelis Pauwelsz. een zwager was; dat bleef echter een veronderstelling, want verder werd er niets over Ponciaen gevonden; net zo min als over de vrouw van Cornelis Pauwelsz. Verkoper was Cornelis Thomasz. Backer, poorter van de stad Alkmaar. Kortom, hier leken alle sporen dood te lopen bij gebrek aan oudere documentatie; zie verderop voor een nog mogelijke maar niet vaststaande oplossing. Op de achterzijde van het charter staat : « Een Crofte lants genaemt de Bagijne Croft gelegen inde banne van heijloo, groot omtrent ses hondert roeden » Tekst : « Wy Frederik Reyersz. Schout tot heyloe en oesdom Dirck Pietersz en Dirck Willemsz schepenen Daaronder, op dezelfde charter, is de volgende akte opgemaakt : « Wy Adriaen heyndericxsz rabbi[?] en henderick florisz schepen in Alcmaer oirconden en [?] dat Het in 1593 kopende drietal, Cornelis Paulusz., Willem Jacobsz., en Ponsiaen Jacobsz., wordt nogmaals vermeld heel veel later, in 1666, als de Begijnecroft uit de familie verdwijnt : « Wij IJsbrant van der Velden officier, mitsgaders Aerjen Pietersz Groot, ende Jochen Claesz Jan Hendriksz Pijper is ook voogd over kinderen IJpelaan geweest. Veronderstelde kinderen van Jacob :
AantekeningenEen andere Cornelis Paulusz. :
Met verbeteringen van Remko Ooijevaar te Heemskerk voor de transcriptie van de akte van 1593 en correcties van Willem van den Berg (2020). Aantekeningen van Pieter Louter en Willem van den Berg (2021)Voorlopige uitgebreide aanvullende aantekeningen van Pieter Louter en Willem van den Berg (uit diens Historisch Kadaster Alkmaar 1493-1910 (databank in ontwikkeling sinds 1989), versie 23.00 (1 januari 2021)) uit het Oud-Rechterlijk Archief van Heiloo en andere bronnen (2020-2021) maken het iets waarschijnlijker dat het inderdaad gaat om twee broers (Willem en Ponciaen Jacobsz.) en een zuster (Aaf Jacobs); alle drie hadden een dochter met de ongebruikelijke naam Ette, waardoor het dus ook iets waarschijnlijker (maar niet zeker) wordt dat de vrouw van Jacob ook Ette werd genoemd; verdere gegevens zijn nodig om dit te bevestigen; enige voorzichtigheid is geboden; Jacob noch Ette zijn zelfstandig geattesteerd.
Familie van Aaf Jacobs en Cornelis Pouwels Cornelis Pouwels in de Varnebroek bij de kalkoven × Aaf Jacobs, ook Cornelis Pauwels, Cornelis Poulis, Cornelis Paulis Volgens aantekeningen van Willem van den Berg hebben Cornelis Pouwels en Aaf Jacobs de volgende kinderen: In 1612 is al sprake van de erfgenamen van Cornelis Pouwels (72, Hyp.); transacties nog te verwerken. Op 22 juni 1618 verkoopt Aaf Jacobsdr, weduwe van wijlen Cornelis Pouwels in zijn leven buurman in de Varnebroek, geassisteert met Claas Cornelis haar swager en voogd in deze, aan Jan Jacobs IJpelsteijn [moet zijn IJpelaan (7)] buurman tot Heijloo een croftje geestland gelegen aan de westerzijde van omtrent 500 roe, belent de lijdtweg ten westen, de erfgenamen van Jonker van Duijn ten noorden, de lijdtweg ten oosten en Jan Zijmens ten zuiden (72, Hyp.), noot: de swager zal haar schoonzoon Claas Cornelis Voogt zijn. Op 16 juli 1666 verkoopt Arien Cornelis Lienman wonend tot Heijloo voor 1125 gulden te betalen op 3 dagen 2 termijnen aan Jan Wilborts Coijman en Dirk Louris Plas mede wonend tot Heijloo, een croftje geestland gelegen benoorden de kerk, genaamd de begijnen croft van omtrent 600 roe, belent Sijmen Jacobs IJpelaan als bruiker ten oosten, Guurt Ariens met de halve slootje ten suijden, de oosterweg ten westen, Pieter Cornelis en de voornoemde Sijmen Jacobs met het halve slootje ten noorden, met de conditie dat de voornoemde croft nog 3 jaar in huur is voor 36 gulden vrij geld. Van welke verkoping en opdracht de voornoemde comparant hem bekent en ten volle voldaan te zijn. Hij daarom belooft de voornoemde croft land te vrijen van alle beswaringen daarmede deselve gedurende en sedert de eigendomme van Cornelis Paulis, Willem Jacobs en Ponsiaan Jacobs enigsints beswaart souden mogen zijn. Hij levert daarom de oude kwijtschelding. Gerrit Poulis × Maritje Jacobs in de Egmondermeer wonend tot de Varnebroek onder Alkmaar Op 9 november 1646 vordert Jan Willems Cranebroek van Gerrit Pouwels vergoeding van de schade die de koeien van gedaagde hebben veroorzaakt voor 12 gulden 10 stuivers. De gedaagde zegt geen kennis te hebben hiervan, toen de eiser de koe naar het schuthok heeft gebracht. De schepenen wachten verder bewijs af (Schepenrol 60). Op 9 augustus 1657 verkopen Abraham Pontiaans wonend in de Egmondermeer en Jan Jacobs IJpelaan buurman tot Heijloo als geordonneerde voogden van de kinderen van Gerrit Poulus in zijn leven buurman in de Varnebroek en ten overstaan van de heren weesmeesters der stad Alkmaar, voor 229 gulden aan Cornelis Jacobs wonend in de Beemster, Jan Jacobs buurman in de Schermeer, Anna Jans nagelaten dochter van Jan Claas, Sijts Pieters buurman in de Schermeer en Jan Claas Cuijper wonend op Langedijk, de gerechte sevende part in een croft land gelegen in de banne van Heijloo aan de westerzij van omtrent 1100 roe voor het geheel, belent de westerweg ten oosten, Arien Willems ten suiden, de heer Burgemeester Joan van der Nijenberg Gerrits ten westen en de kinderen van Dirk Wilbers ten noorden (76, Hyp.). Op 24 mei 1661 verkoopt Poulus Gerrits voor hem self en Abram Pontiaans als voogd van Pieter Gerrits, tegenwoordig naar oost-indien, mede erfgenamen van voornoemde Jacob Cornelis (verwijzend naar vorige transactie) en sulks gedeelt, verkopen mede een 6e part van een 7e part van het voornoemde land, belent als voren. Cooppeningen 400 gulden als voren (76, Hyp.). Claas Gerrits tot Varnebroek onder Alkmaar; zoon van Gerrit Pouwels (kleinzoon van Pouwels Cornelis / Poulis Cornelis) en broer van Poulis Gerrits en Pieter Gerrits. Zijn ouders zijn rond 1657 overleden. Op 3 juni 1650 verkoopt Claas Roels buurman op het Wout in de banne van Bergen voor 701,10,13 gulden aan Claas Gerrits buurvrijer tot Heijloo de gerechte helft van een croft geestland gelegen aan de westersijde, so die tegenwoordig afgepaalt staat van omtrent de helft 400 roe, belent de westerweg ten oosten, Jan Gerrits Hogeboom ten suijden, de kinderen van Cornelis de Graaf ten westen en Arien Willems met de halve wal ten noorden (75, Hyp.). Niet zeker dat dit Claas Gerrits tot Varnebroek is, maar het zijn zeker niet Claas Gerrits Linnenwever of Claas Gerrits tot Nieuwpoort. Zijn broers en zussen lijken 1657 en 1661 een deel te verkopen. Op 18 meij 1657 verzoeken Arien Pieters Veen en Claas Gerrits in de Varnebroek, naaste bloedvriend van de kinderen van deselve Arien Pieters geprocureert bij Anna Cornelis, zijn eerdere huisvrouw, tot aanstelling van Jan Ariens Hogeboom als voogd over de kinderen (Schepenrol 61). Op 9 augustus 1657 verkopen de voogden over de minderjarige kinderen van Gerrit Poulis 1/7 part in een stuk land (76, Hyp.). Dit stuk land lijkt met de belent gegevens sterk op het stuk land uit 1650. Dat zou betekenen dat Claas Gerrits snel na maij 1657 is overleden. Ik [Pieter Louter] heb geen gegevens ter controle. Op 24 mei 1661 verkoopt Poulus Gerrits voor hem self en Abram Pontiaans als voogd van Pieter Gerrits, tegenwoordig naar oost-indien, mede erfgenamen van voornoemde Jacob Cornelis en sulks gedeelt, verkopen mede een 6e part van een 7e part van het voornoemde land, belent als voren. Cooppeningen 400 gulden als voren (76, Hyp.). Familie van Pontiaan Jacobsz en Maritje Gerrits Pontiaan Jacobs wonend op de Etgroet in Heiloo × Marijtje Gerrits; in het leenregister van de heren van Egmond komt het Lambertstuk voor als leengoed, met de vermelding van de volgende beleningen: In 1599 wordt Pontiaan Jacobs vermeld als wonend op het Etgroet in Heiloo als hij optreedt voor Gerard Pontiaans zijn zoon bij overname van een belening van de heren Van Egmond. Op 19 december 1608 wordt Pontiaan Jacobs genoemd als present op de Schepenrol (59, Schepenrol). Dit is de laatste keer. Daarna komt hij niet meer voor. Daarvoor wel, nog niet verwerkt. De volgende kinderen van Pontiaan Jacobs komen voor: In de akte van 19 maij 1669 treden de erfgenamen van Crijntje Abrahams naar voren, wat een idee geeft van de afstamming. Het lijkt dat er maar weinig kleinkinderen zijn. Op 10 maij 1619 treden op Adriaan en mr Jacob Corone Lobbrantsoonen, poorters der steede van Alkmaar. Zij verkopen aan Marijtje Gerrits weduwe van Pontiaans Jacobs in zijn leven buurman tot Heijloo voor de ene helft en Gerrit en Jacob Pontiaans voor de andere helft, een stuk weijtland leggend in de ring van de Egmondermeer genaamd Lopenbosch van omtrent 6 morgen, belent Claas Cornelis Rietvelt ten noorden en zuiden, de kopers zelf ten oosten en Jonker Adam Verduijns erfgenamen ten westen. De oude kwijtschelding is gepaseert voor Vrederik Reijers als schout en Rem Jans Beijers en Arien Sijmens Lamberts als schepenen op 13 juli 1590 (72, Hyp.). Op 20 januari 1622 verkoopt Pieter Arents buurman tot Heijloo aan Dirk Mies zijn mede buurman een huijs, erf en croft land annex elkaar aan de westerzijde, belent met Griet Pieters weduwe van Cornelis Garbrants ten westen, Marijtje Gerrits weduwe van Pontiaan Jacobs ten noorden, Pieter Louris ten oosten en die van Bronckhorst ten zuiden. Griete Pieters heeft een vrije notweg met haar weijtje over het voornoemde huijsing (72, Hyp.). Op 23 juni 1626 treedt op Jan Garbrandts dijksecretaris tot Castricum als procuratie hebbend van de gemeene erfgenamen van Reijer Jans en Hillegont Reijers eertijds onze mede geburen tot Heijloo op de etgroede, weesende gepasseert voor Cornelis Jans Baert notaris publiek tot Alkmaar en genoemde getuigen van 19 meij 1626. Hij verkoopt de eerste penning voor de laatste aan Marijtje Gerrits weduwe van Poncijne Jacobs onze inwonende buurvrouw mede op het Etgroed een stuk weijtland van omtrent 2 morgen 120 roe berger maat, gelegen in de Egmondermeer onder Heijloo wesende het noorderste stuk van Kraekmans bosch, belent met de koperesse ten zuiden en westen, Claas Cornelis Rietvelt ten noorden en de hoevervaart ten oosten (73, Hyp.). Op 17 juni 1644 verkoopt Pieter Cornelis Frans buurman tot Heijloo en oud schepen voor 1.450 gulden aan Jacob Cornelis Doncker buurman in de Egmondermeer een stuk weijtland gelegen in de Egmondermeer in de banne van Heijloo van omtrent een morgen, belent de hoevervaart ten suiden, Jacob Willems en Arien Gerrits ten westen, de koper zelf ten oosten. Met die verstande dat Pontiaans Volck en Pieter Cornelis mekander hebben gerieft met een notweg tot wederzeggen tot onder aan elkander verbonden te zijn (75, Hyp.). Neem aan dat met Pontiaans Volck wordt bedoeld het volk van (de kinderen van) Pontiaan Jacobs. Op 16 juli 1666 verkoopt Arien Cornelis Lienman wonend tot Heijloo voor 1125 gulden te betalen op 3 dagen 2 termijnen aan Jan Wilborts Coijman en Dirk Louris Plas mede wonend tot Heijloo, een croftje geestland gelegen benoorden de kerk, genaamd de begijnen croft van omtrent 600 roe, belent Sijmen Jacobs IJpelaan als bruiker ten oosten, Guurt Ariens met de halve slootje ten suijden, de oosterweg ten westen, Pieter Cornelis en de voornoemde Sijmen Jacobs met het halve slootje ten noorden, met de conditie dat de voornoemde croft nog 3 jaar in huur is voor 36 gulden vrij geld. Van welke verkoping en opdracht de voornoemde comparant hem bekent en ten volle voldaan te zijn. Hij daarom belooft de voornoemde croft land te vrijen van alle beswaringen daarmede deselve gedurende en sedert de eigendomme van Cornelis Paulis, Willem Jacobs en Ponsiaan Jacobs enigsints beswaart souden mogen zijn. Hij levert daarom de oude kwijtschelding. Op 19 maij 1669 treden op als erfgenamen van Crijntie Abrahams, overleden dochter van Abraham Pontiaans ondermeer Claas Hendriks × Anna Jacobs, Jan Hendriks Pijper × Lijsbeth Cornelis, Arien Cornelis Lienman voor hemzelf alsmede Reijndert Jans getrouwd met Guurt Jacobs, alsmede Barber Gerrits en Abrahams innocente dochter. Overige erfgenamen lijken familie van de moeder van Maartje Theunis (77, Hyp.). Jacob Pieters Beets maakt zich naast de voornoemde comparanten sterk voor Barbertie Gerrits (Barbertje Gerrits). Zij is dus ook een kleindochter, anders niet ook sterk maken. In 1653 wordt een Barber Gerrits te Limmen vermeld, maar verder onbekend. Jacob Pontiaans, zoon van Pontiaan Jacobs en broer van ondermeer Abraham Pontiaans en Gerrit Pontiaans. Hij heeft Anna Jacobs (x Claas Claas en later Claas Hendriks tot Opperdoes) en Jacob Jacobs als kinderen. Op 10 maij 1619 treden op Adriaan en mr Jacob Corone Lobbrantsoonen, poorters der steede van Alkmaar. Zij verkopen aan Marijtje Gerrits weduwe van Pontiaans Jacobs in zijn leven buurman tot Heijloo voor de ene helft en Gerrit en Jacob Pontiaans voor de andere helft, een stuk weijtland leggend in de ring van de Egmondermeer genaamd Lopenbosch van omtrent 6 morgen, belent Claas Cornelis Rietvelt ten noorden en zuiden, de kopers zelf ten oosten en Jonker Adam Verduijns erfgenamen ten westen. De oude kwijtschelding is gepaseert voor Vrederik Reijers als schout en Rem Jans Beijers en Arien Sijmens Lamberts als schepenen op 13 juli 1590 (72, Hyp.). Op 27 december 1624 treedt Jacob Pontiaans op voor Neeltje Gerards zijn nicht na het overlijden van haar vader Gerard Pontiaans bij de beleningsakte van de heren van Egmond (zie bij zijn vader). In april 1638 trouwen Claas Claas, jonge man tot Opperdoes en Anna Jacobs uit Heiloo Oesduijn, jonge dochter (DTB medemblik). Ik [Pieter Louter] veronderstel dat zij een dochter van Jacob Pontiaans is. Een andere mogelijkheid is dat zij een dochter van Jacob Willems cleijn Cranenbroek is, die ook getrouwd lijkt te zijn geweest met een dochter van Pontiaan Jacobs.Op 3 maart 1662 treedt op Claas Hendriks van Opperdoes, getrouwt met Anna Jacobs, mede erfgenaam van Jacob Jacobs haar broer en sulks gedeelt een helft van het navolgende land, en Maartje Theunis, weduwe van Abram Pontiaans, geassisteert met Jan Claas Etgroet en Cornelis van Egmond haare voogden in deze. Zij verkopen voor 1885 gulden op 3 dagen 2 termijnen aan Gerrit Jochems Wandelaar sijdewinkelier wonend tot Alkmaar een stuk weijtland gelegen in het Maalwater genaamd IJsbrands land van 1587 roede 9 voet volgens meting van Jan van Heijmenberg gesworen landmeter, sijnde oud eijgen land, belent Ariaantje Willems als bruikster ten oosten, de erfgenamen van Andries Crijns ten suijden en westen en de weduwe van Louris Dirks Plas ten noorden. Met de conditie dat dit land een vrije notweg geeft aan Jan Willems (noot: Cranenbroek) en de voornoemde weduwe van Louris Dirks (77, Hyp.). Gerard Pontiaans (Gerrit Pontiaans); zoon van Pontiaan Jacobs en broer van ondermeer Abraham Pontiaans en Jacob Pontiaans. In het leenregister van de heren van Egmond komt het Lambertstuk voor als leengoed, met de vermelding van de volgende beleningen: Op 10 maij 1619 treden op Adriaan en mr Jacob Corone Lobbrantsoonen, poorters der steede van Alkmaar. Zij verkopen aan Marijtje Gerrits weduwe van Pontiaans Jacobs in zijn leven buurman tot Heijloo voor de ene helft en Gerrit en Jacob Pontiaans voor de andere helft, een stuk weijtland leggend in de ring van de Egmondermeer genaamd Lopenbosch van omtrent 6 morgen, belent Claas Cornelis Rietvelt ten noorden en zuiden, de kopers zelf ten oosten en Jonker Adam Verduijns erfgenamen ten westen. De oude kwijtschelding is gepaseert voor Vrederik Reijers als schout en Rem Jans Beijers en Arien Sijmens Lamberts als schepenen op 13 juli 1590 (72, Hyp.). Uit de aantekeningen van Willem van den Berg: zijn dochter Neeltje Gerrits (overleden maart 1649) is voor 1642 getrouwd met Lucas Jans Goliat (1621 - overleden april 1651) lakenkoper te Alkmaar, zoon van Jan Lucas, bakker in Goliat en Maritje Meynderts; zij krijgen een dochter Elisabeth Lucas Goliat (overleden 1716), welke op 10 februari 1664 trouwt met mr Mathijs Schooff Abrahamsz tot Alkmaar. In het doopregister van de gereformeerde kerk wordt zij als Elisabeth Goliad (en in alle denkbare variaties) vele malen genoemd als moeder. In 1669 bij de erfenis van de kinderloos overleden Crijntje Abrahams, dochter van Abraham Pontiaans, treden er geen kinderen van Gerard Pontiaans op. Neeltje Gerards of Elisabeth Lucas wordt niet vermeld. Cornelis Pontiaans × N.N.; Cornelis Pontiaans is een zoon van Pontiaan Jacobs en Marijtje Gerrits. Ik [Pieter Louter] heb geen waarnemingen van hem bij leven. Dit is niet Cornelis Ponse (die soms ook Pontiaans wordt genoemd) tot Boekel onder Alkmaar. Op 3 juni 1643 wordt het hoeck stukje van omtrent een morgen verkocht, belent de Egmondervaart ten oosten en suiden en de weduwe van Cornelis Pontiaans ten noorden (74, Hyp.). Op de laatste augustus 1645 treedt op Marijtje Willems weduwe van Arien Willems IJpelaan, tegenwoordig wonende buijten Alkmaar, geassisteert met Reijer Pieters Mandebrouwer haar gesworen voogt in deze. Zij verkoop voor 1.500 gulden aan Arien Alberts onze inwonende buurman een huijs en werf met de croft daar bewesten van gelegen, omtrent in het geheel 600 roe gelegen op het noortend aan de oostersijde, belent de Heijlige geest van Heijloo ten oosten, de weduwe van Gerrit Jans van der Nieuburg ten suijden, de oosterweg ten westen en de weduwe en kinderen van Cornelis Pontiaan ten noorden (75, Hyp.). Uit later akten is af te leiden dat zij twee kinderen hebben: Abraham Pontiaans × Maartje Theunis: Abraham Pontiaans is een zoon van Pontiaan Jacobs × Marijtje Gerrits en broer van ondermeer Gerard Pontiaans, Jacob Pontiaans, Cornelis Pontiaans en Aagt Pontiaans × Arien Gerrits. Op 17 december 1636 compareert in gespannen vierschaar Pieter Crijnse als oom van het nagelaten kind van zaliger Crijn Pieters en verzoekt tot aanstelling van voogd de persoon van Abraham Pontijnens die dit goedwillig aanneemt (Schepenrol 60). Op 3 juni 1641 wordt het noorderstuk van het lopersbos van 4,5 morgen in de Egmondermeer onder Heijloo verkocht, belent Abram Pontiaans en Arien Gerrits met de vrije notweg ten oosten (74, Hyp.). Op 3 juni 1641 wordt het suiderstuk van lopersbos gelegen in de Egmondermeer onder Heiloo verkocht, waarover Abraham Pontiaans een nootweg heeft (74, Hyp.). Op 26 mei 1645 compareert in juditio Claas Jacobs Melcker die verzoekt dat tot voogd over Aris Arissen nagelaten zoon van Aris Claas zal worden gesteld de persoon van Abraham Pontiaans, die dit aanneemt (Schepenrol 60). In september 1645 vordert Gerrit Jans Wijn tot Nieuwpoort als pachter van de noorder saet viertienden van Pieter Cornelis Snijder buurman in de Varnebroek gearresteerde, dat degene die het saat heeft vervoert zonder een tiende te betalen in overtreding is. Gearresteerde verzoekt copije en dach. Schepenen ordonneren Jan Willems Cranebroek en Abraham Pontiaans om de roijing te doen binnen 48 uur en schepen bekent te maken. Op 3 september 1649 verzoekt Belij Reijers, weduwe van wijlen Arien Cornelis Cort dat tot voogd over haar wordt gesteld de persoon van Abraham Pontiaans, schepenen accoord (Schepenrol 61). Op 17 juni 1655 treden op (75, Hyp.): Op 9 augustus 1657 treden Abraham Pontiaans wonend in de Egmondermeer en Jan Jacobs IJpelaan buurman tot Heijloo op als voogden voor de kinderen van Gerrit Pontiaans (76, Hyp.). Op 29 mei 1659 treedt Abraham Pontiaans wonend in de Egmondermeer op voor de erfgenamen van Aagt Pontiaans, in haar leven huisvrouw van zaliger Arien Gerrits bij verkoop van land (76, Hyp.). Op 6 juni 1659 wordt het noorderstuk van het lopersbosch in de Egmondermeer onder Heijloo verkocht van 3,5 morgen 60 roe, belent Abram Pontiaans en Arien Gerrits ten oosten (76, Hyp.). Tussen 1659 en 1662 is Abram Pontiaans overleden. Op 3 maart 1662 treedt op Claas Hendriks van Opperdoes, getrouwt met Anna Jacobs, mede erfgenaam van Jacob Jacobs haar broer en sulks gedeelt een helft van het navolgende land, en Maartje Theunis, weduwe van Abram Pontiaans, geassisteert met Jan Claas Etgroet en Cornelis van Egmond haare voogden in deze. Zij verkopen voor 1885 gulden op 3 dagen 2 termijnen aan Gerrit Jochems Wandelaar sijdewinkelier wonend tot Alkmaar een stuk weijtland gelegen in het Maalwater genaamd IJsbrands land van 1587 roede 9 voet volgens meting van Jan van Heijmenberg gesworen landmeter, sijnde oud eijgen land, belent Ariaantje Willems als bruikster ten oosten, de erfgenamen van Andries Crijns ten suijden en westen en de weduwe van Louris Dirks Plas ten noorden. Met de conditie dat dit land een vrije notweg geeft aan Jan Willems (noot: Cranenbroek) en de voornoemde weduwe van Louris Dirks (77, Hyp.). In mei 1662 verkopen Maarten Claas, oom van de innocente dochter van Abraham Ponsiaans alsmede Crijntie Abrahams aan Jan Claas Etgroet een huis en erf met 2 morgen land in de Zuider Egmondermeer (onder Egmond). In maart 1668 verkopen Arie Jans en Hendrik Jans, zonen van Jan Claas op de Etgroet dit huis aan Trijntje Pieters Keijsers, weduwe van Hark Harks Cooren (Noordhollands archief (Haarlem), Toegang 176, inv. nr. 349). Uit deze akte alsmede die van 1669 is af te leiden dat Abraham Pontiaans × Maartje Theunis twee dochters hadden: een innocente dochter en Crijntje Abrahams die in 1669 kinderloos is overleden. Op 19 maij 1669 treden op (77, Hyp.): Arien Gerrits Caascoper wonend op het zeglis tot Alkmaar × Aagt Pontiaans; hij is getrouwd met Aagt Pontiaans (Aagt Ponsiaans, Aacht Pontiaans), dochter van Pontiaan Jacobs en Marijtje Gerrits; zij overlijden zonder kinderen. Op 3 juni 1641 verkoopt Claas Claas buurman tot Opperdoes als man en voogd van Anna Jacobs zijn huisvrouw voor een niet genoemd bedrag aan Arien Gerrits Caaskoper wonend buiten Alkmaar op het seggelis het suijder stuk van een stuk land genaamt lopersbos gelegen in de Egmondermeer onder Heijloo volgens meting van Cornelis Claas Bommer 2 morgen 600 roe, belent Pieter Cornelis ten oosten, Jacob Willems ten suijden, de erfgenamen van Adam Verduijn ten westen en het wederdeel van hetselve land ten noorden. Abraham Pontiaans heeft een vrije notweg over lopersbos (74, Hyp.). Op 3 juni 1641 wordt tevens het noorderstuk van het lopersbos van 4,5 morgen in de Egmondermeer onder Heijloo verkocht, belent Abram Pontiaans en Arien Gerrits met de vrije notweg ten oosten en Arien Gerrits met het wedergedeelte ten suiden, waar dit land weer een vrije notweg over heeft (74, Hyp.). Op 29 mei 1658 treden op Abraham Pontiaans wonend in de Egmondermeer so voor hemzelf als hem sterk makend voor de andere erfgenamen van saliger Aagt Pontiaans, in haar leven huisvrouw van saliger Arien Gerrits. Hij verkoopt voor 2709,2 gulden aan Arien Ariens van der Mors wonend in de Egmondermeer een stuk weijtland gelegen in de Egmondermeer onder Heijloo genaamd het suijderstuk van de lopersbos, van 2 morgen 567 roe 3 voet 5 duim volgens meting van Cornelis Claas gesworen landmeter tot Alkmaar, belent met de kinderen van Jacob Cornelis Donker ten oosten, Jan Willems cleijn Cranenbroucq ten suijden en noorden en de heer van den Bos ten westen. De oude kwijtschelding was van 3 juni 1641 (76, Hyp.). Op 6 juni 1659 wordt het noorderstuk van het lopersbosch in de Egmondermeer onder Heijloo verkocht van 3,5 morgen 60 roe, belent Abram Pontiaans en Arien Gerrits ten oosten (76, Hyp.). Op 19 maij 1669 wordt het Jan Heersland een weiland van 1 morgen 100 roe in de Egmondermeer onder Heiloo verkocht, belent de erfgenamen van Arien Gerrits Caascoper ten noorden en de hoevervaart ten oosten (77, Hyp.). Jacob Willems cleijn Cranenbroek (Jacob Willems cleijn Cranenbroek) × (1) dochter van Pontiaan Jacobs en (2) Neeltje Pieters bejaarde dochter. Op 2 juni 1641 treden op (74, Hyp.): Op 3 juni 1641 verkoopt Claas Claas buurman tot Opperdoes als man en voogd van Anna Jacobs sijn huisvrouw voor een niet genoemd bedrag aan Jacob Willems buurman tot Heijloo en tegenwoordig broeder in de schependom het noorderstuk van een stuk land genaamt lopersbos gelegen onder Heijloo in de Egmondermeer van 4,5 morgen volgens meting van Cornelis Claas Bommer, belent Abraham Pontiaans en Arien Gerrits ten oosten, welke een vrije notweg hebben, Arien Gerrits met het wedergedeelte ten suiden, alwaar dit land een vrije notweg over heeft, de erfgenamen Voorduijn ten westen en Claas Rietvelt ten noorden (74, Hyp.). Op 20 juli 1646 stellen de erfgenamen van Dirk Willems in zijn leven buurman tot Heijloo een vordering in tegen de kinderen van Willem Jacobs, zie verder aldaar (Schepenrol 60). Op 20 april 1654 maken Jacob Willems Cleijn Cranenbroek, poorter, en Neeltje Pieters, bejaarde dochter, poorteres, een akte op bij het Alkmaars notariaat (i160, blz. 132). Op 6 juni 1659 verkoopt Reijnder Jans van Opperdoes als getrouwt hebbend Guurt Jacobs, dochter en erfgenaam van Jacob Willems van Heijloo, voor 3.828,10,2 gulden in termijnen aan de heer Louris Ariens Clocq, regent van het Elisabeths gasthuijs tot Alkmaar, het Noorderstuk van een stuk vrij out eijgen en allodiaal land genaamd lopersbosch, gelegen in de Egmondermeer onder Heijloo, van 3,5 morgen 60 roe, op welke grootte de koper het selve land zal hebben (volgens accoort) aan te nemen, belent met Abram Pontiaans en Arien Gerrits ten oosten, welke de vrije notweg over dit land hebben, zonder nochtans beesten daar over te mogen weijden, de erfgenamen van Arien van der Morsch ten suijden met de wider gedeelt van Lopersbos, al waar dat dit land de vrije notweg over heeft, de erfgenamen van Adam Voorduijn ten westen en Harck Harcks Coorn ten noorden. De vorige kwijtschelding van Jacob Willems was van 3 juni 1641 (76, Hyp.). Op 4 juni 1660 compareren de Heijlige geestmeesters als bij gifte van de heer Van der Schoot het recht verkregen hebbend op Jan Willems Cranenbroecq. De eisers zeggen dat de gedaagde vanaf 23 april 1649 van de voornoemde heer Van der Schoot zijn woning en landerijen genaamd cleijn Cranebroeck heeft gehuurd voor 22 stuivers het stuk (Schepenrol 61). Op 19 maij 1669 treden op als erfgenamen van Crijntie Abrahams, overleden dochter van Abraham Pontiaans ondermeer Claas Hendriks × Anna Jacobs, Jan Hendriks Pijper × Lijsbeth Cornelis, Arien Cornelis Lienman voor hemzelf alsmede Reijndert Jans getrouwd met Guurt Jacobs, alsmede Barber Gerrits en Abrahams innocente dochter. Overige erfgenamen lijken familie van Maartje Theunis haar moeder (77, Hyp.). Anna Jacobs uit Oesdom × (1) Claas Claas tot Opperdoes × (2) Claas Hendriks tot Opperdoes Op 3 juni 1641 verkoopt Claas Claas buurman tot Opperdoes als man en voogd van Anna Jacobs zijn huisvrouw voor een niet genoemd bedrag aan Arien Gerrits Caaskoper wonend buiten Alkmaar op het seggelis het suijder stuk van een stuk land genaamt lopersbos gelegen in de Egmondermeer onder Heijloo volgens meting van Cornelis Claas Bommer 2 morgen 600 roe, belent Pieter Cornelis ten oosten, Jacob Willems ten suijden, de erfgenamen van Adam Verduijn ten westen en het wederdeel van hetselve land ten noorden. Abraham Pontiaans heeft een vrije notweg over lopersbos (74, Hyp.). Op 3 juni 1641 verkoopt Claas Claas buurman tot Opperdoes als man en voogd van Anna Jacobs sijn huisvrouw voor een niet genoemd bedrag aan Jacob Willems buurman tot Heijloo en tegenwoordig broeder in de schependom het noorderstuk van een stuk land genaamt lopersbos gelegen onder Heijloo in de Egmondermeer van 4,5 morgen volgens meting van Cornelis Claas Bommer, belent Abraham Pontiaans en Arien Gerrits ten oosten, welke een vrije notweg hebben, Arien Gerrits met het wedergedeelte ten suiden, alwaar dit land een vrije notweg over heeft, de erfgenamen Voorduijn ten westen en Claas Rietvelt ten noorden (74, Hyp.). Op 3 maart 1662 treedt op Claas Hendriks van Opperdoes, getrouwt met Anna Jacobs, mede erfgenaam van Jacob Jacobs haar broer en sulks gedeelt een helft van het navolgende land, en Maartje Theunis, weduwe van Abram Pontiaans, geassisteert met Jan Claas Etgroet en Cornelis van Egmond haare voogden in deze. Zij verkopen voor 1885 gulden op 3 dagen 2 termijnen aan Gerrit Jochems Wandelaar sijdewinkelier wonend tot Alkmaar een stuk weijtland gelegen in het Maalwater genaamd IJsbrands land van 1587 roer 9 voet volgens meting van Jan van Heijmenberg gesworen landmeter, sijnde oud eijgen land, belent Ariaantje Willems als bruikster ten oosten, de erfgenamen van Andries Crijns ten suijden en westen en de weduwe van Louris Dirks Plas ten noorden. Met de conditie dat dit land een vrije notweg geeft aan Jan Willems en de voornoemde weduwe van Louris Dirks (77, Hyp.). Op 19 maij 1669 treden op als erfgenamen van Crijntie Abrahams, overleden dochter van Abraham Pontiaans ondermeer Claas Hendriks × Anna Jacobs, Jan Hendriks Pijper × Lijsbeth Cornelis, Arien Cornelis Lienman voor hemzelf alsmede Reijndert Jans getrouwd met Guurt Jacobs, Jacob Pieters Beets en Barbertje Gerrits zijn moeder en Abrahams innocente dochter. Overige erfgenamen lijken familie van Maartje Theunis haar moeder (77, Hyp.). Guurt Jacobs uit Heiloo × (1) Dirk Hendriks Pijper uit Opperdoes en × (2) Reijndert Jans uit Opperdoes Op 6 juni 1659 verkoopt Reijnder Jans van Opperdoes als getrouwt hebbend Guurt Jacobs, dochter en erfgenaam van Jacob Willems van Heijloo, voor 3.828,10,2 gulden in termijnen aan de heer Louris Ariens Clocq, regent van het Elisabeths gasthuijs tot Alkmaar, het Noorderstuk van een stuk vrij out eijgen en allodiaal land genaamd lopersbosch, gelegen in de Egmondermeer onder Heijloo, van 3,5 morgen 60 roe, op welke grootte de koper het selve land zal hebben (volgens accoort) aan te nemen, belent met Abram Pontiaans en Arien Gerrits ten oosten, welke de vrije notweg over dit land hebben, zonder nochtans beesten daar over te mogen weijden, de erfgenamen van Arien van der Morsch ten suijden met de weder gedeelt van Lopersbos, al waar dat dit land de vrije notweg over heeft, de erfgenamen van Adam Voorduijn ten westen en Harck Harcks Coorn ten noorden. De vorige kwijtschelding van Jacob Willems was van 3 juni 1641 (76, Hyp.). Op 19 maij 1669 treden op als erfgenamen van Crijntie Abrahams, overleden dochter van Abraham Pontiaans ondermeer Claas Hendriks × Anna Jacobs, Jan Hendriks Pijper × Lijsbeth Cornelis, Arien Cornelis Lienman voor hemzelf alsmede Reijndert Jans getrouwd met Guurt Jacobs, Jacob Pieters Beets en Barbertje Gerrits zijn moeder en Abrahams innocente dochter. Overige erfgenamen lijken familie van Maartje Theunis haar moeder (77, Hyp.). Jan Hendriks Pijper × Lijsbeth Cornelis uit Heiloo Lijsbeth Cornelis is een dochter van Cornelis Pontiaans. Zie 29 maij 1669 waarin zij en haar broer Arien Cornelis Lienman als erfgenaam optreden. Op 2 juni 1654 wordt het weijtland het hoeckstie van omtrent een morgen verkocht, belent Jan Hendriks Pijper ten noorden (75, Hyp.). Dit was land daarvoor in eigendom van Cornelis Pontiaans. Op 1 juni 1657 wordt het hoekstuk van omtrent een morgen gelegen in de Egmondermeer onder Heijloo verkocht, belent Jan Hendriks Pijper ten noorden, de hoevervaart ten oosten en suiden (75, Hyp.). Op 16 juli 1666 verkoopt Arien Cornelis Lienman wonend tot Heijloo voor 1125 gulden te betalen op 3 dagen 2 termijnen aan Jan Wilborts Coijman en Dirk Louris Plas mede wonend tot Heijloo, een croftje geestland gelegen benoorden de kerk, genaamd de begijnen croft van omtrent 600 roe, belent Sijmen Jacobs IJpelaan als bruiker ten oosten, Guurt Ariens met de halve slootje ten suijden, de oosterweg ten westen, Pieter Cornelis en de voornoemde Sijmen Jacobs met het halve slootje ten noorden, met de conditie dat de voornoemde croft nog 3 jaar in huur is voor 36 gulden vrij geld. Van welke verkoping en opdracht de voornoemde comparant hem bekent en ten volle voldaan te zijn. Hij daarom belooft de voornoemde croft land te vrijen van alle beswaringen daarmede deselve gedurende en sedert de eigendomme van Cornelis Paulis, Willem Jacobs en Ponsiaan Jacobs enigsints beswaart souden mogen zijn. Hij levert daarom de oude kwijtschelding van 22 maij 1593 van deze genoemde personen. Voorts compareren Jan Hendriks Pijper tot Opperdoes die zich borg stelt. Op 6 oktober 1670 noteert Dirk van der Velden dat de koopsom is betaald (77, Hyp.). Op 17 juni 1667 wordt een stuk patrimoniaal weijtland gelegen in de Egmondermeer onder Heijloo van een morgen verkocht, belent de hoevervaart ten oosten en suijden en Jan Pijper ten noorden (76, Hyp.). Op 2 december 1667 vordert de officier als lasthebber van Arien Cornelis Lienman en Jan Hendriks Pijper als voogd van de kinderen van Arien Cornelis van Dirk Louris Plas betaling van 362,10. Te weten 175 gulden over de eerste custing verschenen maij 1666 en 187,10 wegens de tweede custing, voortkomend uit de koop van de begijne croft met interest. Default met boete. Op 27 januari wordt gedaagde op basis van zijn eigen confessie gecondemneert cum expenses en daarmee het land geroert en executabel in de tijd van 9 dagen (Schepenrol 62). Op 19 maij 1669 treden op als erfgenamen van Crijntie Abrahams, overleden dochter van Abraham Pontiaans ondermeer Claas Hendriks × Anna Jacobs, Jan Hendriks Pijper × Lijsbeth Cornelis, Arien Cornelis Lienman voor hemzelf alsmede Reijndert Jans getrouwd met Guurt Jacobs, Jacob Pieters Beets en Barbertje Gerrits zijn moeder en Abrahams innocente dochter. Overige erfgenamen lijken familie van Maartje Theunis haar moeder (77, Hyp.). Zij verkopen het Jan Heersland een weiland van 1 morgen 100 roe in de Egmondermeer onder Heiloo verkocht, belent Jan Hendriks Pijper ten suiden en de hoevervaart ten oosten (77, Hyp.). Op 29 mai 1669 verkoopt Jan Hendriks Pijper getrouwt met Lijsbeth Cornelis, sijnde een dochter van Cornelis [niet ingevuld], sulks gedeelt aan het volgende land, voor 1850 gulden op 3 dagen. 2 termijnen aan de heer Louris Adriaans Clock tot Alkmaar een stuk oud weijtland gelegen in de Egmondermeer onder Heijloo, genaamt Jan Heersland van omtrent anderhalf morgen, belent de hoevervaart ten oosten, de koper zelf ten suiden, Cornelis van Egmont en zijn kinderen ten westen en voornoemde Louris Clock ten noorden (77, Hyp.). Op 11 september 1671 verklaren secretaris en schepenen dat voor hen compareerde Jan Hendriks Pijper als oom van de kinderen van Arien Cornelis Lienhouder aan de andere zijde vermeld, wondend tot Opperdoes, die verklaart dat hij 300 gulden van de Begijncroft heeft ontvangen en dat het speciaal verband kan worden ontslagen (vermeld in 76, hyp, bij de schuldbekentenis van 19 maij 1659). Arien Cornelis Lienman of Arien Cornelis Lienhouder (beide komt voor) × (1) Lijsbeth Hendriks × (2) Diewer Cornelis Op de laatste augustus 1645 treedt op Marijtje Willems weduwe van Arien Willems IJpelaan, tegenwoordig wonende buijten Alkmaar, geassisteert met Reijer Pieters Mandebrouwer haar gesworen vroogt in deze. Zij verkoop voor 1.500 gulden aan Arien Alberts onze inwonende buurman een huijs en werf met de croft daar bewesten van gelegen, omtrent in het geheel 600 roe gelegen op het noortend aan de oostersijde, belent de Heijlige geest van Heijloo ten oosten, de weduwe van Gerrit Jans van der Nieuburg ten suijden, de oosterweg ten westen en de weduwe en kinderen van Cornelis Pontiaan ten noorden (75, Hyp.). Op de laatste juni 1653 verkoopt Arien Cornelis Lienhouwer onze inwonende buurman voor 12 gulden 10 stuivers vrije jaarlijkse losrente aan Jan Hendriks Pijl nagelaten zoon van saliger Annetje Hendriks staande met zijn goederen tot de weeskamer tot Alkmaar. Capitaal van 200 gulden. Hij verbindteen croft geestland op het noortent genaam de muncke croft van omtrent 600 roe, belent Cornelis Jacobs IJpelaan ten noorden, de kinderen van Jan Willems ten oosten, Arien Albers ten suijden en de oosterweg ten westen. Op 23 oktober 1668 noteert Hendrik de Vos in de kantlijn dat de brief is afgelost, doorgestreept (75, Hyp.). Op 9 januari 1659 bekent Arien Cornelis Leenhouder tot Heijloo schuldig te zijn aan de stad Hoorn de som van 400 gulden voortspruijtend uit afgerekende landhuur die verschijnt op kerstmis nakomende. Hij verbindt de bagijne croft van 600 roe aan de oostersijde belent met Cornelis Jacobs IJpelaan ten noorden, de kinderen van saliger Jan Willems ten oosten, Arien Alberts ten suijden en de oosterweg ten westen. De hoofdsom is afgelost volgens kanttekening van Henrik de Vos op 7 september 1668. Doorgestreept (76, Hyp.). Op 19 maij 1659 bekent Arien Cornelis Lienhouder tot Heijloo schuldig te zijn aan zijn 5 kinderen geteelt bij Lijsbeth Hendriks zijn eerdere huisvrouw de som van 411 gulden over haar moeders erfenis te betalen ten mondige dage of huwelijkse state van voornoemde kinderen. Hij belooft desselve middel terwijl om vruchten van dien eer te alimenteren, versorgen en onderhouden in cost en clederen na haare staate. Hij verbindt een croftie geestland genaamd de bagijne croft van omtrent 600 roe, aan de oostersijde, belent Cornelis Jacobs IJpelaan ten noorden, de kinderen van Jan Willems ten oosten, Arien Albers ten suijden en de oosterweg ten westen (76, Hyp.). Zie ook notitie later op 11 september 1671. Op 16 juli 1666 verkoopt Arien Cornelis Lienman wonend tot Heijloo voor 1125 gulden te betalen op 3 dagen 2 termijnen aan Jan Wilborts Coijman en Dirk Louris Plas mede wonend tot Heijloo, een croftje geestland gelegen benoorden de kerk, genaamd de begijnen croft van omtrent 600 roe, belent Sijmen Jacobs IJpelaan als bruiker ten oosten, Guurt Ariens met de halve slootje ten suijden, de oosterweg ten westen, Pieter Cornelis en de voornoemde Sijmen Jacobs met het halve slootje ten noorden, met de conditie dat de voornoemde croft nog 3 jaar in huur is voor 36 gulden vrij geld. Van welke verkoping en opdracht de voornoemde comparant hem bekent en ten volle voldaan te zijn. Hij daarom belooft de voornoemde croft land te vrijen van alle beswaringen daarmede deselve gedurende en sedert de eigendomme van Cornelis Paulis, Willem Jacobs en Ponsiaan Jacobs enigsints beswaart souden mogen zijn. Hij levert daarom de oude kwijtschelding van 22 maij 1593 van deze genoemde personen. Voorts compareren Jan Hendriks Pijper tot Opperdoes die zich borg stelt. Op 6 oktober 1670 noteert Dirk van der Velden dat de koopsom is betaald (77, Hyp.). Op 31 januari 1666 krijgt Arien Cornelis Boetes × Diewer Cornelis een zoon Abraham, die zij gereformeerd laten dopen in de grote kerk van Alkmaar (DTB Alkmaar). Zijn vrouw wordt niet vermeld. Op 2 december 1667 vordert de officier als lasthebber van Arien Cornelis Lienman en Jan Hendriks Pijper als voogd van zijn kinderen van Dirk Louris Plas betaling van 362,10. Te weten 175 gulden over de eerste custing verschenen maij 1666 en 187,10 wgens de tweede custing, voortkomend uit de koop van de begijne croft met interest. Default met boete. Op 27 januari wordt gedaagde op basis van zijn eigen confessie gecondemneert cum expenses en daarmee het land geroert en executabel in de tijd van 9 dagen (Schepenrol 62). Op 19 maij 1669 treden op als erfgenamen van Crijntie Abrahams, overleden dochter van Abraham Pontiaans ondermeer Claas Hendriks × Anna Jacobs, Jan Hendriks Pijper × Lijsbeth Cornelis, Arien Cornelis Lienman voor hemzelf alsmede Reijndert Jans getrouwd met Guurt Jacobs, alsmede Barber Gerrits en Abrahams innocente dochter. Overige erfgenamen lijken familie van Maartje Theunis haar moeder (77, Hyp.). Op 11 september 1671 verklaren secretaris en schepenen dat voor hen compareerde Jan Hendriks Pijper als oom van de kinderen van Arien Cornelis Lienhouder aan de andere zijde vermeld, wondend tot Opperdoes, die verklaart dat hij 300 gulden van de Begijncroft heeft ontvangen en dat het speciaal verband kan worden ontslagen (vermeld in 76, hyp, bij de schuldbekentenis van 19 maij 1659 (76, Hyp.). Op 21 oktober 1672 vordert Cornelis Pieters alhier van Abram Pieters gebruiker van het land van Arien Gerrits dat hij wordt schadeloos gesteld voor de schade die de gedaagdens beesten hebben aangericht doordat hij het hek heeft open gelaten. Gedaagde stelt dat de koeien over de sloot zijn gesprongen, waardoor hij 6 ducatons schade heeft en stelt een eis in reconventie in. Schepenen ordonneren partijen voor Rem Hendriks en Arien Cornelis Lienman te compareren om te zien of accorderen doenlijk is (Schepenrol 63). Op 16 april 1677 wordt een croft geestland benoorden de kerk van 620 roe 7 voet verkocht, belent Arien Cornelis Lienman met de halve sloot ten noorden (77, Hyp.). Op 18 maart 1678 vordert Arien Cornelis Leenhouwer van Pieter Sijmens Coijman als mede voogd van de weduwe van Cornelis Pieters Steffens, de zoon en mede erfgenaam van Pieter Jans Steffens om betaling van 20 gulden over beschadigde borgtoch door de eijser betaalt volgens de obligatie daarvan (Schepenrol 64). Op 18 december 1678 treden op (77, Hyp.): In 1686 in het verpondingregister wordt de voorgaande croft vermeld bij Maria Christianis, welke zij in 1688 koopt van de weduwe Elisabeth Keijsers van haar broer Jeronymus Christianis, predikant te Alkmaar. De croft met het daarop gebouwde huis genaamd de C[r]aakman, wordt genoemd het huis van Arien Boetjes, ik [Pieter Louter] neem aan een bijnaam van Arien Cornelis Lienhouwer; ik neem ook aan dat hij kinderloos is overleden en de dominee dit huis heeft geerfd danwel de opbrengst gebruikt is voor alimentatie van zijn kinderen. |
Noten |
1. Zie voor de vraag of dit woord bestaat dan wel kan bestaan: Neerlandistiek. Het antwoord is dat het woord al bestond toen de vraag werd gesteld, dat wil zeggen hier, en ruimschoots vóór 2015, en elders ook al in 2011. De vraag werd gesteld door de onderzoeker Marc van Oostendorp; het woord is meest waarschijnlijk hier opgepikt zonder te verwijzen; hij is nota bene “senior-onderzoeker” aan het Meertens Instituut te Amsterdam en niet minder dan hoogleraar aan de Radboud Universiteit te Nijmegen, twee instellingen die historisch-taalkundig niet echt in goede reuk staan (natuurlijk is hij ook bij de tanende historisch-taalkundige faculteiten in Leiden en Tilburg op bezoek geweest); hij is specialist in, jawel, fonologische microvariatie, alweer zo’n pseudo-wetenschap waarvan het onbenul wordt verborgen achter een zo cryptisch mogelijk taalgebruik; zie ook zijn verdonkeremaande maar behouden C.V. (Backup); naast van duizenden andere dingen heeft hij zelfs verstand van *coronaalassimilatie in het Rotterdams, waarover Jules Deelder opgetogen moet zijn geweest; maar dat is dan net weer zo iets verlichtends als ‘theaterandragologie’. 2. In de genealogische literatuur is de gewoonte om te beginnen met iemand die we alleen uit een patroniem (vadersnaam) kennen vaak – en geheel terecht – veroordeeld. De nummering voor deze genealogie kwam echter tot stand op een moment dat er nog alle hoop bestond méér te vinden, en die hoop is nog niet geheel opgegeven. Maar omdat behalve Willem Jacobsz. niemand van de familie toen met de naam IJpelaan is geattesteerd, zijn die met hun nageslacht allemaal verzameld op deze pagina voor verder onderzoek. Het idee dat met een verandering van naam een nieuw ‘geslacht’ begint is een idee uit de feodaliteit dat hier niet wordt gevolgd. Het is ook van enig belang voorop te stellen dat het in de genealogie vooral gaat om wettelijke en minder om biologische verwantschappen, hoewel die laatsten ook steeds meer controleerbaar worden; wat het aantal ‘bastaarden’ aanmerkelijk kan gaan uitbreiden. 3. Regionaal Archief Alkmaar, Familiearchief Van Foreest / Van Egmond-Van den Nijenburgh, vE 264. Dat het hier inderdaad om Willem Jacobsz. IJpelaan gaat en niet een ander volgt er uit dat de akte van 1593 bijgevoegd is bij latere documenten betreffende de familie IJpelaan. De Bagijnecroft wordt in 1685 Pauluscroft genoemd, zie : V.2. Hier is nog een heel onderzoek te doen. 4. Regionaal Archief Alkmaar, DTB, inventarisnummer 16, aktenummer 3970. 5. Regionaal Archief Alkmaar, Familiearchief Van Foreest / Van Egmond-Van den Nijenburgh, vE 264. 6. Regionaal Archief Alkmaar, DTB, inventarisnummer 16, aktenummer 4027. 7. Voor aantekeningen over IJpesteijn, zie onder gezin : III.7. |
Akte uit 1593
(Klik op de afbeelding voor een vergroting in een nieuw scherm)