Jacobus IJpelaan (Jacob), zoon van Jan IJpelaan en Maertje Castricum, zie VI.1, gedoopt Castricum, R.K., 4 november 1721, doopgetuige Jan Jacobse [Castricum], een broer van de moeder. 25 oktober 1767, Jan Pietersz. Molenaar geeft aan ’t Lijk van Jacob Jans IJpelaan zijn zwager op ƒ 3,-,-.

Jacob IJpelaan ondertrouwt Castricum als jongman, aangifte voor de Impost beide onder ƒ3,-, samen ƒ6,-, 4 april 1761, trouwt Castricum, schepentrouw, 19 april 1761 Trijntje Jacobs Sop, bij huwelijk jonge dochter.

Trijntje Sop (in de acte staat : «Trijntje Willems, wede. van Jacob IJpelaan», Rijksarchief Haarlem, inventarisnummer 327), herondertrouwt Castricum, aangifte voor de Impost ieder onder ƒ3,-, samen ƒ6,-, 15 oktober 1768 Gerrit Jacobse Groot.

Van Jacob IJpelaan werd in 1732 ontvangen «de xl [= veertigste] penning van de coopsom van ƒ334:0:0 is 8:7:0. Item de tiende verhoging 0:16:12» (Rijksarchief Haarlem, inventarisnummer 327; in de tekst staat «Jac.», maar het zou eventueel ook Jan kunnen zijn, zijn vader die het volgende jaar overleed).

Dochter van Jacob IJpelaan en Trijntje Sop :

• Jannetje IJpelaan, geboren ca. 1763, trouwt Floris Twisk, volgt VIII.7.

 Aantekeningen

Vervolg