Albertus IJpelaan (Aalbert, dus eigenlijk van Adelbert), boer, in 1754 vermeld als armmeester, pontgaarder te Castricum (1731-1738), zoon van Baert IJpelaan en Trijntje Lants, zie VI.2, gedoopt Castricum, R.K., 9 september 1712, doopgetuige Frans Alberse IJpelaan, overleden Castricum, aangifte voor de Impost door zijn echtgenote Maartje Pieters [Kool] onder ƒ3,-, 6 juni 1763, 50 jaar oud.
Aalbert Baertse IJpelaan ondertrouwt Castricum als jonge man Maria Kool (Maartje), jonge dogter wonende Castricum, aangifte voor de Impost beide onder ƒ6,-, samen ƒ12,-, 29 december 1741; Aalbert IJpelaan trouwt Castricum, schepentrouw, 14 januari 1742, Castricum, R.K., 14 januari 1742 (Aalbert Baarse Eijpelaan en Maartje Kool, getuigen Ari Dignumse en Willem Pieterse Boon). Maartje Kool, gedoopt Uitgeest, R.K., 30 januari 1720, dochter van Pieter Willemse Kool en Aagje Splinters, doopgetuige Alet Gerritsz.; dezelfde doop is ook ingeschreven op 20 februari 1720, overleden Castricum, aangifte voor de Impost door haar zoon Baert IJpelaan onder ƒ3,-, 15 augustus 1768, 48 jaar oud.
Oud-Rechterlijk Archief Castricum (inv. nr. 180), Aalbert Baartse IJpelaan huurt :
«De Et Groed van de Blomven 716 Roeden [van] L. Groenewater ƒ 6:0:0 Borgen: Corn. Pieters L. Swaans Den 29e maar voldaan [was getekend] A. IJpelaan»
Maartje Pieters Kool herondertrouwt Castricum, Schepentrouw, 10 januari 1767, trouwt Castricum, Schepentrouw, 25 januari 1767 Pieter Duijneveld, weduwnaar van Maartje Gerrits Kuijs, beide wonende Castricum. Maartje Kuijs was weduwe van Cornelis Fransz. IJpelaan, zie : VII.11. Pieter Duijneveld is waarschijnlijk overleden 1774-1776, toen schout Leonard Tempelaar zijn administratie niet meer op orde kreeg.
Aangezien Aalbert IJpelaan overleed in 1763 en Maartje Kool in 1768 werden er voogden aangesteld over de minderjarige kinderen in dit gezin. Deze voogden moesten rekening en verantwoording afleggen, waarvan drie documenten bewaard zijn gebleven. Over de jaren 1768-1771 moet ook rekening en verantwoording zijn afgelegd, maar de akte daarvan ontbreekt.
De eerste akte luidt :
«[In de kantlijn:] J. Groen Rekening Bewijs en Reliqua dewelke zijn doende Klaas Janse Glorie, Klaas Cornelis Hogebregt en Baart Aelbertsz IJplaan in qualiteijt als door Schout en Weesmeesteren van Weeskamer alhier aangestelt als voogden over de minderjarige Kinderen van Aelbert Baartsz IJpelaan en Maartje Gerritse [moet zijn: Pieterse] Egte Luijden alhier overleden, zoo en gelijk als volgt. Ontvang Aan Contant geld ƒ1967:3:0 De Huur van Gerrit Kuijs 1772 288:0:0 Van Baart IJpelaan van 6 Ton Turf 5:1:0 Van Dirk de Wit 2:12:0 Van Willem Broens 2:0:0 Van Pieter Kool 6:1:0 Van 't Polder van Castricum 250:0:0 Van Rente van 250 Gulds. voor 8 maanden 5:0:0 Van 't Polder van Castricum 600:0:0 De Rente van 1100 Guldens 33:0:0 Van de Huur van Gerrit Kuijs verschenen Kersmis 1773 288:0:0 Van Frederik Smit de Rente van 400 Gulden 12:0:0 [Totaal] ƒ3458:17:0 Gaat af ¼ van de Huur van de Plaats in 2 Jaaren voor Baart IJpelaan 144:0:0 Blijft voor den geheelen Ontvang ƒ3314:17:0 Uijtgaaf tegens dezen vorenstaande Ontfangst 1772 1e Junij Aan Jan Smit op de Hoef ƒ2:17:0 2 dito Aan de verwer te Limmen ƒ0:14:6 3 dito Aan 't Zegel van de Huur Cedul ƒ3:12:6 4 Julij Aan Willem Krik 8 Ton Turf ƒ6:16:0 8 dito Aan Gerrit Kuijs voor Botter ƒ2:5:8 dito Aan een Nieuwe Pomp ƒ8:5:0 4 Augusts. Aan de Koperslager ƒ22:0:0 4 Novembr. Aan Molengeld te Castricum q[uitan]tie ƒ5:2:0 9 dito Aan Molengeld te Limmen qtie. ƒ1:16:0 11 dito Aan Verponding te Limmen qtie. ƒ11:12:2 dito Aan Molengeld van 't Smalpolder ƒ3:10:8 Aan Dirk Bruijn voor Dekloon qtie. ƒ9:12:0 26 dito Aan Verponding te Castricum qtie. ƒ65:2:10 dito Aan Schot en Vierling ƒ18:14:2 17 Decembr. Aan Gerrit Kuijs voor Teertouw ƒ2:11:0 dito Aan Morgengeld te Limmen qtie. ƒ1:11:2 1773 3 Januarij Aan Jacob Swerver bij qtie. ƒ64:18:14 7 dito Aan de Weduw Zeebant qtie. ƒ3:1:0 19 dito Aan Jan van Boven qtie. ƒ30:15:8 20 dito Aan een oude Restant ƒ 9:14: 0 [Totaal] ƒ274:11:2 Transporte ƒ 274:11: 2 1773 30 Septembr. Aan Dirk Bruijne qtie. ƒ4:7:0 21 October Aan Molengeld te Limmen qtie. ƒ1:16:6 dito Aan Morgengeld te Limmen qtie. ƒ1:11:2 10 Novembr. Aan Verponding te Limmen qtie. ƒ11:12:2 18 dito Aan Verponding te Castricum qtie. ƒ65:2:10 dito Aan Schot bij qtie. ƒ17:19:0 15 Decembr. Aan de weduw Zeebant bij qtie. ƒ5:12:0 dito Aan een Vaatje Teer ƒ1:14:0 21 dito Aan Molengeld te Castricum qtie. ƒ7:13:0 27 dito Aan de Smit te Limmen qtie. ƒ3:11:0 1774 2 Januarij Aan Jan van Boven bij qtie. ƒ45:14:0 [Totaal] ƒ441:3:14 Gaat af ¼ van dezen uijtgaaf 't geen Baart IJpelaan betalen moest ƒ110:6:0 [Totaal] ƒ330:17:14 Anderen Uijtgaaf 1772 5 junij Aan den Docter voor Frans ƒ1:6:0 dito Aan een paar schoene vor dezelve ƒ1:10:0 12 dito Aan Docter en Apotekar ƒ1:16:0 28 dito Aan 3 paar kousen en 2 zakdoeken ƒ3:14:0 2 Julij Aan een paar schoene ƒ1:8:0 29 Septembr. Aan Pieter aan geld gegeven ƒ9:0:8 dito Aan Jan gegeven ƒ7:0:0 1 October Aan een Hembdrok voor Pieter ƒ2:17:0 dito Aan een paar Schoenen ƒ1:18:0 23 Novembr. Aan de Snijder ƒ2:18:0 26 dito Aan een pak voor Jan ƒ18:12:0 1773 26 junij Aan Jan aan geld gegeven ƒ10:0:0 24 Septembr. Voor Jan aan goed gekogt ƒ7:0:0 30 dito Aan Jan aan geld gegeven ƒ4:0:0 Aan 't Polder op Renten gegeven ƒ1350:0:0 [Totaal] 1422:19:8 Transporte ƒ1422:19: 8 Aan Frederik Smit op een Hijpoteek ƒ400:0:0 [Totaal] ƒ1822:19:8 de uijtgaaf van de Plaats ƒ330:17:14 den geheelen uijtgaaf is ƒ2153:17:6 den geheelen ontfang is ƒ3314:17:0 dus meerder ontfangen als uijtgegeven de somme van ƒ1160:19:10 Aldus gedaan opgenomen en gesloten ter Weeskamer van Castricum Present den Schout en Weesmeesteren, deze getekend hebbende. Actum ter Weeskamer van Castricum den 5e Januarij 1774. Leond. Tempelaar Schout W. Amse Klaas Hogebrug [naam onleesbaar: wellicht Jn Kannesse van orij] Leond. Tem pelaar Secretie.»
De tweede akte luidt :
«Rekeninge van Claas Glorie en Claas Hogebregt qq. [in hun qualiteiten van] voogden over de minderjarige kinderen van Aalbert IJpelaan en Maartje pieters Kool. Ontvang 1774 en 1775 6 Juni 1775 De interest van ƒ500 verscheenen den 5 juni 1775 ƒ15:=:= 10 Oct. De interest van ƒ400 versch. 11 oct. 1775 12:=:= 23 Dec. De interest van ƒ 1150 a 4pC. 46:=:= 10 Maart 1776 De Huur van Gerrit kuijs voor 1775 288:=:= [Totaal] ƒ361:=:= Uijtgaav tegen de vorenstaanden Ontvang 1774:1775 1775 3 Jan. Aan het zegel voor Reken[ing]. 1772-1773 ƒ3:12:= 22 Meij voor Jan IJpelaan aan ondergoed 3:14:= 23 Novbr. De verp[onding]. te Castricum bij q[ualitei]t. 64:7:8 24 d[it]o. 2 paar koussen 1:16:= 28 d[it]o. Een paar schoenen en Holfte[??] 2:5:8 29 d[it]o. Aan Jan Mol aan bovengoed bij qt. 13:15:= 4 Dec. 'T Moleng[eld]. van 't smalpold[er]. bij qt. 7:1:= 14 Dec. Aan den snijer voor Naaijloon, gaaren en knop[en]. 4:9:8 10 Maart 1776 voor Frans bij qt. 15:12:8 Den Metselaar bij qt. 15:17:= 'T Moleng[eld]. te Limmen bij qt. 1:16: 6 [Totaal] ƒ136:10:6 Transport ƒ136:10:6 an den smit bij qt. ƒ1:6:= Aan 't Hondsbosch te Limmen bij qt. 1:5:2 verp[onding]. te Limmen bij qt. 11:12:2 Jan van Boven bij qt. 5:2:= 't Molengeld te Castricum bij qt. 5:2:= schot te Castricum 18:10:4 Gerrit Kuijs voor een vat teer 3:12:= Aan Baart ¼ portie overschot 38:2:= [Totaal] ƒ221:1:14 Den geheelen ontvang van 1774-1775 bedraagt ƒ361:=:= Den Uijtg[aav]. daar tegen ƒ221:1:14 Dus meer ontv[angen]. als uijtgeg[even]. ƒ139:18:2 Ontvang 1775 en 1776 Eerst word hier voor ontvang gebragt 't geen in het vorige jaar meer is ontvangen als uijtgegeven, een summa ƒ139:18:2 8 Sept. 1776 interest van ƒ500 voor 5 M. a 3pC. 6:51:= 12 Oct. interest van ƒ400 a 3pC. versch. 11 oct. 1776 12:=:= 29 Nov. interest van ƒ500 van p[iete]r. Duijneveld verschenen 5 Nov. 1776 15:=:= 29 Dec. interest van ƒ1150 a 4pC. 46:=:= Nog 't geen is overgeschoten van ƒ500 uijt de Weeskist 20:=:= D'Huur van G[errit]. kuijs 3/4 portie A[nn]o. 1776 216:=:= [Totaal] ƒ455:3: Uijtgaav tegen den vorenstaanden Ontvang 1775 en 1776 8 Aug. 1776 Aan Aalbert IJpelaan 1 1/3 voor riet ƒ1:19:= 6 Dec. Moleng. te Castricum bij qt. 5:2:= D[it]o. van de smalpolder bij qt. 3:10:8 29 d[it]o. De Verp[onding]. te Castricum bij qt. 64:13:= Schot van A[nn]o. 1774-1775 bij qt. 19:=:12 Voor de kusting briev van Aarsen Miesses kamp. 18:12:= d[it]o. Voor Frans betaalt, aan Baart bij qt.53:18:8 Aan Baart onkost van de plaats bij qt. 358:3:10 {Totaal] ƒ524:19:6 Gaat af van desen Uijtg: ¼ voor Baart ijp[elaan]. 131:4:14 Dus blijft de uijtgaav 393:14:8 D'ontvang bedraagt 455:3:2 Derhalven meer ontv[angen]. als Uijtgegeven ƒ61:8:10 Ontvang 1776 en 1777 Hier word in Ontvang gebragt het geen op de vorige Rek. meer is ontvangen als uijtgegeven, een summa van ƒ61:8:10 23 Nov. 1777 van Frederik Smit interest van ƒ400 versch. 11 Oct. 1773 a 3pC. 12:=:= 25 d[it]o. van P[iete]r. Duijneveld interest van ƒ500 verschen. 4 Nov. 1777 a 3pC. 15:=:= 8 Jan. 1778 D'Huur van de plaats van 1777 243:=:= [Totaal] ƒ331:8:10 Uijtgaav tegen den vorenstaanden Ontvang 27 April 1777 Aan Elst en Boomen ƒ2:8:= d[it]o. Voor 14 Voer Riet 34:6:= 9 Meij Betaald de Kerkendijk bij qt. =:17:12 d[it]o. Aan Claas Tijle 5 Ankers 7 hengsels 1:13:= 20 d[it]o. Een Vaatje Teer 1:13:= d[it]o. Aan Frans gegeven 9:=:= 23 Junij Betaald aan den Decker bij qt. 13:15:4 7 Julij Voor 13 Schaalen a 3 st[uivers]. 1:19:= 25 Julij 2500 Steenen a ƒ6-10 16:5:= 22 Nov. De Verp[onding]. te Castricum A[nn]o. 1777 85:2:10 d[it]o. Aan de Schoenmaker voor reparatie aan de pomp =:9:= d[it]o. Betaald de Verp[onding]. te Limmen 1777 11:12:2 1 Dec. Moleng[eld]. te Castricum 5:18:= [Totaal] ƒ184:18:12 Transport ƒ 184:18:12 1 Dec. Betaald het Molengeld van de Smalpolder 3:18:4 11 d[it]o. Aan Jan van Boven 77:=:= d[it]o. Voor een Cousijn 2:=:= d[it]o. Aan hondsbosch en Sluisgeld te Limmen 2:16:14 [Totaal] ƒ270:13:14 1778 4 Jan. Betaald aan den Metselaar 52:10:6 13 d[it]o. Aan de Wed[uwe]. Seband 8:14:= 17 d[it]o. Aan Claas Hogebregt voor een halv. voer riet 1:4:8 Betaald het Molengeld te Limmen 2:=:= Betaald aan den smit te Limmen 7:5:= Betaald het schot te Castricum volg. [?]uit 10:5:= [Totaal] ƒ352:12:12 D'gehelen Uijtgaav bedraagt ƒ352:12:12 Gaat af ¼ voor Baart zijn portie 88:3:3 Dus blijft DUijtgaav ƒ264:9:9 DOntvang bedraagt 331:8:0 Derhalven meer ontv[angen]. als uijtgegeven ƒ66:19:1 Hier af 1/3 portie voor P[iete]r. IJpelaan 22:6:5 Blijft bij Cas voor de minderjarige ƒ 44:12:12 Gaat af voor Schout en Weesmeesters ƒ2.8 ieder jaar is ƒ7:4:= Secretaris voor Schrijven opmaken en Sluijten deses 4:=:= Zegel 3:=:= Bode =:6:= Blijft dus bij Cas ƒ30:2:12 Te veel gerekend per abuijs 12:2:8 Blijft dus bij Cas voor de minderjarige die op de volgende Rekening moet verandwoord worden ƒ17:19:4»
De derde en laatste akte luidt:
«Reekening, Bewijs en Reliqua van Klaas Glorie en [tweede naam ontbreekt en moest blijkbaar later worden ingevuld] in qualiteit als voogden over de minderjarige kinderen van Aalbert IJpelaan voor de jare 1778 en 1779. Eerstelijk word in ontvang gebragt het slot der laast geslooten Rekening in dato 25 maart 1778, gedaan ter weeskamere van Castricum, zijnde de meerder ontvang ƒ17-19=4 ontvangen van Frederik Smit de interest van ƒ400 Capitaal a 3pC. 12-.-. Item van Pieter Duijneveld de interest van vijfhondert guldens Capitaal 15-.-. Nog ontvangen de huur van de halve plaats 162-.-. [Totaal] ƒ 206=19=4 hieraf gaat 1/3 van de voorn[oemde]. interest voor P[iete]r. IJpelaan 9-.-. Dus zuijver ontvangen ƒ197=19=4 Uijtgaav teegen de vorenstaande ontvang Eerstelijk betaald voor een zuijger aan de pomp ½ ƒ.-8-. voor een vaatje teer de ½ 1-12-8 voor een teerquast de ½ .-3-. voor de 300 spijkers de ½ .-4-8 volgens Rekening aan Doeris Roe pers ½ 3-6-8 volgens Rekening aan K. van Zanten ½ .-14-. De verponding tot Castricum ½ 40-9-4 Aan de smit betaald .-2-. De verponding te Limmen ½ 5-16-1 Het Morgen geld te Limmen ½ .-12-2 Aan de metselaar ½ 4-5-9 Aan jan van Boven de ½ 3-17-2 Aan jan en Frans IJpelaan te samen gegeeven 56-.-. Nog toegegeven aan pieter IJpelaan [geen bedrag ingevuld] [Totaal] ƒ117=10=10 Transport ƒ117-10-10 op eenig goud en zilver 1-16-. Het molegeld te Limmen 1-1-10 Het Molengeld te Castricum 5-2-14 De uitgaav 1778 bedraagt ƒ125=11=2 en de ontvang 1778 bedraagt 197-19-4 dus meerder ontvangen ƒ72=8=2 op de volgende Rekening te verandwoorden. Ontvang voor den jaare 1779 Eerstelijk ontvangen het slot van de hier voren staande Rekening ter summa van ƒ72-8-2 Nog het Restant der Contanten uijt de weeskist genomen ƒ140-13-2 Item de interest van 500 guldens Capitaal van pieter duijneveld, verscheenen den 5 November 1779 a 3pC. 15-.-. Nog de huur van de ½ plaats 162-.-. [Totaal] ƒ 390= 1= 4 Uijtgaav tegen de vorenstaande ontvang 1779 Eerstelijk betaald aan Dorps schot ƒ19-5-. verloren op eenig engels geld .-15-. Het halve Molegeld te Limmen 1778 .-12-. Item ½ hondsbos en sluisgeld te Limmen 1-10-12 Nog de ½ verponding te Limmen 43-17-2 Nog de ½ verponding te Castricum 5-16-2 Item ½ Molengeld te Castricum 3-19-4 Item ½ Molengeld van Smalpolder 1-3-10 Aan Pieter IJpelaan gegeeven 196-.-. [Totaal] ƒ272-18-14 Aan schout en weesmeesteren voor examineren en opneemen deezer a ƒ2-8 sjaars ƒ4-16-. secretaris voor opmaken en teeke[??] deezer[??] voor lee[??]»
Kinderen van Albert IJpelaan en Maartje Kool :
- Trijnje, gedoopt Castricum, R.K., 11 maart 1743, dochter van Aalbert Eijpelaan en Maartje Kool, doopgetuige Antje Eijpelaan. Trijntje IJpelaan, overleden Castricum, aangifte voor de Impost door vader Aalbert Baarts IJpelaan onder ƒ6,-, 29 maart 1743.
- Baart IJpelaan, geboren Castricum, ca. 1744, trouwt Maartje Slicker, volgt VIII.8.
- Pieter IJpelaan, overleden Castricum, aangifte voor de Impost door vader Aalbert Baarts IJpelaan onder ƒ6,-, 15 augustus 1746.
- Pieter IJpelaan, overleden Castricum, aangifte voor de Impost door vader Aalbert Baartsz. IJpelaan onder ƒ3,-, 13 augustus 1749.
- Jan IJpelaan, geboren waarschijnlijk Castricum, ca. 1755, trouwt Antje Hogerwerf, volgt VIII.9.
- Frans IJpelaan, geboren Castricum, 15 juni 1758, trouwt Maartje Castricum, hertrouwt Neeltje Duijneveld. volgt VIII.10.
- Pieter IJpelaan, geboren waarschijnlijk Castricum, ca. 1750, trouwt Trijntje Knaap, volgt VIII.11.
Aantekeningen Kool
Maartje Kool kwam uit het volgende gezin :
Pieter Willemse Cool, geboren ±1685, overleden Uitgeest, 18 november 1726, aangegeven door Jan Molenaar, trouwt Aegie Splinters, gedoopt Castricum, 25 januari 1686, doopgetuige Anna Sijmons, overleden Uitgeest, 12 februari 1723, aangegeven door Jacob Coster, 37 jaar oud, dochter van Splinter Sijmonsen en Martie Gerrits.
Kinderen van Pieter Kool en Aagje Splinters :
- Anna, gedoopt Castricum, R.K., 25 maart 1715, doopgetuige Jan Willemse, waarschijnlijk vroeg overleden.
- Splinter, gedoopt Castricum, R.K., 28 april 1716, doopgetuige Gerrit Splinters, een broer van de moeder, waarschijnlijk vroeg overleden.
- Anna, gedoopt Uitgeest, R.K., 5 november 1718, doopgetuige Jan Willemsz..
- Maria, gedoopt Uitgeest, R.K., 30 januari 1720, doopgetuige Alet Gerritsz.; dezelfde doop is ook ingeschreven op 20 februari 1720.
- Splinter, gedoopt Uitgeest, R.K., 17 januari 1723, doopgetuige Gerrit Splinters, een broer van de moeder.
Gerrit Kool, trouwt Heiloo [niet Limmen], R.K., 14 april 1707 Neeltje Willeborts, getuigen Geertruijt Barens en Sijme Cr[elis?]; Neeltje Willeborts, begraven Heiloo [niet Limmen], R.K., 19 juni 1708 Dochter van Gerrit Kool en Neeltje Willeborts :
- Joanna, gedoopt Heiloo [niet Limmen], R.K., 20 november 1707, dochter van Gerrit Kool en Neeltje Willeborts, patrino Cornelis Willibortsz
Gerrit Willemsen Cool, trouwt Heiloo [niet Limmen], R.K., 13 februari 1724 Magtelt Pontsen, getuigen Aagie Coijmans en Griet Jans, pravie obtenta dispensatione super quarto consangui nitatis grada ; Gerrit Cool, begraven Heiloo [niet Limmen], R.K., 6 mei 1735 Kinderen van Gerrit Cool en Magtelt Pontsen :
- Willem Cool, gedoopt Heiloo [niet Limmen], R.K., 18 juni 1724, zoon van Gerrit Willemsen Cool en Magtelt Pontsen, doopgetuige Griet Jans
- Guertie, gedoopt Heiloo [niet Limmen], R.K., 17 mei 1726, dochter van Gerrit Willemsen en Magtelt Pontse, doopgetuige Claasie Pontse
- Antie Cool, gedoopt Heiloo [niet Limmen], R.K., 13 februari 1729, dochter van Gerrit Willemsen Cool en Magtelt Pontzen, doopgetuige Jan Willemsen Cool
- Pons, gedoopt Heiloo [niet Limmen], R.K., 20 maart 1731, zoon van Gerrit Willemsen en Magtelt Pontsen, doopgetuige Crelis Pontsen
- Pieter Cool, gedoopt Heiloo [niet Limmen], R.K., 23 augustus 1734, zoon van Gerrit Cool en Magtelt Pontsen, doopgetuige Maartie Tijmens
Jan Willemse Cool, J.M., woonende Castricum, ondertrouwt Castricum, aangifte voor de Impost, 29 december [xber] 1731 Maartie Sijmons, J.D., van Uijtgeest, heeft hem aangegeven onder prodeo.
Magtelt Pontsen, [her]trouwt Heiloo [niet Limmen], R.K., 16 september 1736 Albert Dirksen, getuigen Laurens Reiniersen en Griet Jans Kinderen van Albert Dirksen en Magtelt Pontsen :
- Dirk, gedoopt Heiloo [niet Limmen], 21 mei 1737, zoon van Albert Dirksen en Magtelt Pontsen, doopgetuige Sijmen Dirksen
- Neeltie, gedoopt Heiloo [niet Limmen], 12 november 1739, dochter van Albert Dirkzen en Magtelt Pontzen, doopgetuige Claasie Pontzen.
Pieter Gerritsz. Kool, jongman, ondertrouwt Castricum, Schepentrouw, 28 december 1771, trouwt Castricum, Schepentrouw, 12 januari 1771 Jannitje Jans, jonge dogter van Akersloot.
Impost, Castricum, 29 juli 1783, «Het Lijk van Aafje Kool, kind van Pr. Kool door dezelve aangegeeven onder pro deo».
Impost, Castricum, 7 augustus 1783, Het Lijk van Neeletje Kool, kind van Pr. Kool door dezelve aangegeeven onder pro deo».
Aegie Splinters, de moeder van Maartje Kool, kwam uit het volgende gezin :
Splinter Sijmonsen, trouwt Martie Gerrits.
Splinter Sijmonsen was getuige bij de doop van Simon, gedoopt Castricum, april 1670, zoon van Albert Florissen en Maertie Sijmons.
Kinderen van Splinter Sijmonsen en Martie Gerrits :
- Anna, gedoopt Castricum, R.K., 11 mei 1676, doopgetuige Maria Sijmons, waarschijnlijk vroeg overleden.
- Gerardus, gedoopt Castricum, R.K., 13 oktober 1677, doopgetuige Martie Sijmons.
- Laurentius, gedoopt Castricum, R.K., 5 februari 1680, doopgetuige Aeght Sijmons.
- Anna, gedoopt Castricum, R.K., 11 oktober 1681, doopgetuige Jannetie Gerrids.
- Margareta, gedoopt Castricum, R.K., 13 december 1683, doopgetuige Trijn Sijmons.
- Aecht, gedoopt Castricum, R.K., 25 januari 1686, doopgetuige Anna Sijmons.
- Maria, gedoopt Castricum, R.K., 20 maart 1688, doopgetuige Trijn Sijmons.
- Simon, gedoopt Castricum, R.K., 8 augustus 1690, doopgetuige Dirck Sijmensen.
Splinter Sijmonsen, de grootvader van moederkant van Maartje Kool, kwam uit het volgende gezin :
Simon Jacobsen, trouwt Anna Splinters.
Kinderen van Simon Jacobsen en Anna Splinters :
- Agatha (Aeght), geboren Castricum, gedoopt Heemskerk, R.K., 5 december 1637, doopgetuige Griet Splinter.
- Anna, geboren Castricum, gedoopt Heemskerk, R.K., Allerheiligen of Allerzielen [1 of 2 november] 1639, doopgetuige Griet Splinter.
Aeght en Anna waren doopgetuigen bij de kinderen van Splinter. In dit gezin moeten ook nog een Splinter, Dirck en een Trijn zijn geboren.
- Beverwijk, 9 augustus 1780, Jacob Kool Aggesz. geeft aan het Lijk van Cornelis Jacobse Kool in de Classe 6,- (Beverwijk, DTB, Gaardersarchief, deel 105f, afbeelding 306).
- Beverwijk, 16 juli 1782 Jacob Kool Aggesz. geeft aan het kijk van Stijntie Kool in de Classe van 6,- (Beverwijk, DTB, Gaardersarchief, deel 105f, afbeelding 312).
- Beverwijk, 27 maart 1786, Jacob Kool Aggesz. geeft aan het lijk van Jacob Kool Jacobsz. in de Classis van ƒ30,0 (Beverwijk, DTB, Gaardersarchief, deel 105f, afbeelding 323).
- Beverwijk, 1 september 1787 Jacob Kool Aggesz. geeft aan het lijk van Cornelis Kool in de Classis van ƒ6,- (Beverwijk, DTB, Gaardersarchief, deel 105f, afbeelding 325).
- Beverwijk, 29 januari 1789, Jacob Kool Aggesz. geeft aan het lijk van Jacob Kool Jacobsz. in de Classis van ƒ6,- (Beverwijk, DTB, Gaardersarchief, deel 105f, afbeelding 329).
- Beverwijk, 26 maart 1789, Jacob Aggesz. Kool geeft aan het lijk van Agge Roskam Kool in de Classis van ƒ6,- (Beverwijk, DTB, Gaardersarchief, deel 105f, afbeelding 330).
- Beverwijk, 26 januari 1790, Meijndert Lee geeft aan het lijk van Pieter Kool in de Classis van Prodeo (Beverwijk, DTB, Gaardersarchief, deel 105f, afbeelding 331).
Voor de familie Kool zie ook : Namenlijst van de Vredenburgh genealogy
Met aanvullingen van Rene Hofstee te Alkmaar.
Vervolg
|