6. Conclusies |
Inhoud van deze paginaEen blik op de kaart leert dat het genoemde gebied tussen Zwin in België en de Wezer in Duitsland helemaal geen verenigd rechtsgebied kan zijn geweest en ook nooit is geweest. De formele logica legt nog andere absurditeiten van de traditionalistische visie bloot :
Laubach is ontegenzeggelijk Lobbes in Henegouwen (2). De uitdrukking “achter Laubach” moet binnen het gebied worden gesitueerd waarop de Lex Frisionum van toepassing was, zodat de schrijver ervan zich zuidoostelijk daarvan zal hebben bevonden, wat heel goed overeenkomt met Reims waar in de negende eeuw een handschrift van de Lex Frisionum aanwezig zou zijn geweest. Vergelijken we het gebied dat de Lex Frisionum geeft, dan komt dat overeen met de andere bronnen : Fresia werd gevormd door het gebied ten noorden van de Leie (Frans Lys), vanaf St.-Omaars en het Almere tot aan Rijsel. Aantekeningetje Een symposium waar het onderwerp eindelijk ter discussie werd gesteld ? De Rotterdamse bluffende traditionalist dr. Kees Nieuwenhuijsen hield 5 november 2011 te Bavel bij Breda een lezing over het onderwerp “Geografische namen in vroeg-middeleeuwse wetteksten” (voor nadere informatie : Semafoor.net > Actualiteiten > 12e SEM-symposium; verdwenen). Aldaar, van de hand van dr. Kees Nieuwenhuijsen : « De argumenten om Laubachi (Lagbeki, etc.) te identificeren met de Lauwers zijn:
Kortom, loutere beweringen die tot in het oneindige worden herhaald in plaats van te argumenteren of met bewijsplaatsen zelfs maar waarschijnlijk te maken, en dr. Kees Nieuwenhuijsen heeft in het geheel niets te zeggen over het Henegouwse Lobbes. Wat een spreker is die man ! |
Noten |
1. « OOSTFRIESLAND. Landschap in het Duitse Nedersaksen tussen Dollart en Jade (3119 km2, met ca. 368750 inw:). Bestaat uit een zandstreek (‘geest’) met een kleirand (‘marsch’) en grote veengebieden; met voor de kust een zevental Waddeneilanden. De voornaamste steden zijn Emden, Aurich, Norden, Esens, Wittmund, Leer, Weener. De Eems en de Leda zijn de belangrijkste rivieren. Het geïsoleerde gebied bestond in de M.E. uit deellandschappen (Emsigerland-Emden, Brokmerland*-Aurich, Norderland-Norden, Harlingerland-Esens, Mormerland-Leer, Reiderland-Weener, Östringen, Wangerland en Riustringen*). Door de Cirksena’s* ontstond er een graafschap. Edzard* I (1491-1528) had veel contact met de Ommelanden en Westerlauwers-Frl. Emden* was in de 16de eeuw een vluchthaven. De bevolking is oorspr. Fr., maar het Nedersaksisch (‘platt’) is volkstaal. De Upstalboom* bij Aurich, hoofdplaats van het ‘Regierungsbezirk’, is nog steeds nationaal-Fr. centrum. z Saterland. » (Encyclopedie van Friesland, t.a.p., p. 505). Alleen in Saterland werd in 1958 nog door 6840 inwoners Fries gesproken (t.a.p., p. 564). Het Brokmerland wordt gehouden voor de scheiding van de missiegebieden van Liudger en Willehad (bisdommen Munster en Bremen) (t.a.p., p. 215). 2. Dat wordt kennelijk te stellig bevonden. Voor een kritische bespreking van deze stelling, zie : Nifterlaca. Het achtste eeuwse Laubacum wordt twee keer vermeld in verband met de Friezen, zou het dan echt nog om twee verschillende Laubacums kunnen gaan zonder dat het onderscheid in de bronnen duidelijk werd gemaakt om verwarring te voorkomen ? |
In blauw de traditionalistische visie, in groen de historische
Vergelijk : De lage landen in de vroege Middeleeuwen.
(Klik op de afbeelding voor een vergroting in een nieuw scherm)
Ter vergelijking nogmaals de traditionalistische geografie
Leuk is dat in deze visie West-Friesland zich uitsterkte tot in Zeeuws-Vlaanderen
(Klik op de afbeelding voor een vergroting in een nieuw scherm)