VorigePlaatsen in KennemerlandVolgende

Spaarnwoude

Inhoud van deze pagina

Noordhollandse plaatsnamen (Karsten, 1951), niet afzonderlijke opgenomen, maar onder waternamen :

« Hiertoe [boomnamen] kan men ook rekenen Het Spaarne bij Haarlem, dat zijn naam ontleent aan het rondom groeiende sparrenbos » (1).

Woordenboek der Noord- en Zuid-Nederlandse plaatsnamen (De Vries, 1962) :

« Spaarnwoude, N[ederland]-N[oord]H[olland], in de 12de eeuw Spirnerauualt, in 1156 Spernereswald, zal dus het woud aan het Spaarne zijn. » (2).

En :

« Spaarne, N[ederland]-N[oord]H[olland], vroeger Speerne, Sperne genoemd. Men kan verband zoeken met woorden als o[ud]saks[isch]. o[ud]h[oog]d[uits]. spurnan ‘stoten tegen’, o[ud]noors sperna ‘trappen, wegstoten’ die men terugvoert op een wortel spher ‘in heftige beweging zijn’. Dan zou het Spaarne dus kunnen betekenen ‘snelstromende, tegen de oevers slaande rivier’. Minder gelukkig schijnt de verklaring uit een woord spar ‘spaarzaam’, in plaatsnamen ‘dor’. » (3).

Lexicon van nederlandse toponiemen tot 1200 (Künzel et al., 1988/1989) :

« Spaarnwoude
1,5 km ten n[oorden] van Haarlemmerliede (Noordholland)
1e helft 11e e
[euw]. aut[ograaf]. : Velisinburch mater. Agathenkiricha. Heimethenkiricha. Asmedelf. Sloton. Smirnerewalt. Harleim. Urisheim – ecclesię quas Theodericus habet : nomina ecclesiarum de Fresia ... Heimezenkyrke. Spirnerewalt. Sloton (LijstParKlEchternach FontEgm, p. 255) || 1063 cop[ie]. 12e e[euw]. : mediam partem ęcciesiarum earum quę infra nominate sunt ... cum capellis infra nominatis ... Spirnerauualt (DHIV 116; Koch, OBHZ I 84; Wampach, Echt 192) cop[ie]. 2e helft 12e e[euw]. : Sprinereuuald; cop[ie]. begin 13e e[euw]. : Spirnerawalt || 1105-1120 cop[ie]. ca. 1420 : terram in Spernerwalt (LibStAdalb c. VI 1 FontEgm, p. 78) || 1147-1148 cop[ie]. begin 13e e[euw]. : matres ... ecclesias cum capellis que in pago Hollensi ... tradite sunt ... Spirnerawalt (Koch, OBHZ I 125; Wampach, Echt 205) || 1156 or[igineel]. : in ecclesiis et earum appenditiis quarum hęc nomina sunt ... Spenreswald (lees : Spernereswald) (Koch, OBHZ I 139; Wampach, Echt 206) || 1156 cop[ie]. begin 13e e[euw]. : in ęcclesiis et earum appenditiis quarum hęc nomina sunt ... Spernerewald (Koch, OBHZ I 140; Wampach, Echt 207)
voor de datering van LijstParKlEchternach zie : Blok (1974), p. 167-184; voor de datering van het LibStAdalb zie : Meilink (1939), p. 70-73
o
[ud]n[eder]l[ands]. wald “woud” met de waternaam Spirne (> Sperne) “Spaarne” » (4).

De (mogelijke) betekenis van alle Noordhollandse plaatsnamen van Aagtdorp tot Zwanenburg (Pannekeet, 1988) :

« SPAARNWOUDE (Haarlemmermeer en Spaarnwoude)
Oude vormen : Spirnerewalt (1063); Spernerwalt (vóór 1120); Spernewoude.
De vorm Spirnere of Sperner kan wijzen op een oude vorm *Spirn-wari, te omschrijven als ‘de aan het Spaarn wonenden’. De oorspr
[onkelijke]. betekenis van de plaatsnaam zou dan kunnen zijn ‘(ontgonnen moeraswoudgebied van de aan het Spaarne wonenden’.
Zie over het element -wari > ‘Schönfeld’s Historische Grammatica van het Nederlands’, 8e druk, blz. 215, opm. 3. Zie over Spaarn en woud(e) > h
[oo]fdst[uk]. I. Karstens bewering dat de plaatsnaam ‘sparrenbos’ betekent, is moeilijk te rijmen met de oudste naamvormen en met de oorspr[onkelijke]. omgeving. » (5).

Nederlandse plaatsnamen (Van Berkel en Samplonius, 1995) :

« Spaarnwoude [gem[eente]. : Haarlemmerliede, c.a., NH]. 1e h[elft]. 11e E[euw] Spirnerewalt; 1105- 1120 cop[ie]. 15e E[euw] Spernerwalt; 1252 Spernewoude; bet[ekenis]. : woud ‘bos’ van de bewoners van de waternaam Spirne (het huidige Spaarne), een waternaam die mogelijk is afgeleid met suffix -n van de i[ndo]e[uropese]. wortel *sper ‘heftig heen en weer gaan’ vgl. lat[ijns]. sperno ‘wegstoten’). De verklaring ‘sparrenbos’ is af te wijzen. » (6).

Vervolg : Volgende


Noten

1. Noordhollandse plaatsnamen (Karsten), t.a.p., p. 143.

2. Woordenboek der Noord- en Zuid-Nederlandse plaatsnamen (De Vries), t.a.p., p. .

3. Woordenboek der Noord- en Zuid-Nederlandse plaatsnamen (De Vries), t.a.p., p. 157-158.

4. Lexicon van nederlandse toponiemen tot 1200 (Künzel et al.), t.a.p., p. 327-328.

5. De (mogelijke) betekenis van alle Noordhollandse plaatsnamen van Aagtdorp tot Zwanenburg (Pannekeet), t.a.p., p. 110-111.

6. Nederlandse plaatsnamen (Van Berkel en Samplonius), t.a.p., p. 217.


Start : 22 november 2003 | Laatst bijgewerkt : 26 januari 2007