Dirk II van Gent, burggraaf van Gent |
Inhoud van deze pagina1. Genealogie/oorkonden/numismatiek
In de oorkonden is de band van Dirk II met Gent duidelijk terwijl er geen enkele band met Holland is; dat verband is van eerst veel later gelegd in de Egmondse abdij om oude aanspraken op te kunnen eisen. 2. Dirk II in de Egmondse bronnenZie : Het Egmonds Dodenboekje. 3. Secundaire bronnen
|
Noten |
1. De Genealogie van de graven van Holland geeft : « Aldus het Egmonds Necrologium. De Egmondse Annalen (uitg. Oppermann, Fontes Egm) p. 126 en de De Egmondse Kroniek (uitgave Kluit, Hist. Critica comitatus Holl. et Zeel.) p. 36, vermelden alleen het jaar 988. Dirk II treedt nog als getuige op in een oorkonde van 1 April 988 (Obr. oork. 60). »; De oorkonden en de kanselarij van de graven van Holland tot 1299 geeft als bron : Necrologium van Egmond, uitgave Oppermann, Fontes Egmundensis, p. 106. 2. De Genealogie van de graven van Holland, t.a.p., bronnen : « Zie over Hildegarde Bolhuis BVGO II, 6 p. 308 en L.&bsp;Vanderkindere, La formation territoriale des principautés belges au moyen age, dl. 1, 1902, p. 77. Haar sterfdag is overgeleverd in het Egmonds necrologium p. 106, zonder vermelding van een jaartal, doch direct volgend op de mededeling over de dood van Dirk II (988). Volgens Joh. à Leydis, Chronicon Belgicum (uitgave Sweertius, 1620) p. 112 stierf zij op 11 April en was zij reeds begraven te Egmond vóór de dood van Dirk II. Haar sterfjaar zou dus 988 kunnen zijn. ». 3. Genealogie van de graven van Holland, t.a.p., geeft : « Sterfdag en -jaar zijn niet geheel betrouwbaar overgeleverd. Zie Egmondse Annalen, p. 128, Egmonds Necrologium, p. 105, Egmondse Kroniek (uitgave Kluit) p. 41 (met Kluits critiek in noot 33), Gams, Series Episcoporum, 1873, p. 318, A. Hauck, Kirchengeschichte Deutschlands, III, 1896, p. 991»; verder nog als verwijzing : «H. Bresslau, Handbuch der Urkundenlehre etc., I, 1912(2), p. 467. » 4. Annales Blandiniensis, in : Monumenta Germaniae Historica, Scriptores, deel 5, p. 25. 5. Annales Blandiniensis, in : Monumenta Germaniae Historica, Scriptores, deel 5, p. 25. 6. Annales Quedlinburgenses, in : Monumenta Germaniae Historica, Scriptores, in folio SS, deel 3, p. 69. 7. De Vita Sancti Adalberti Confessoris / G.N.M. Vis. – In : Egmond en Berne, p. 61-63. 8. Genealogie van de graven van Holland, t.a.p., meldt : « Zij wordt genoemd in de Vita sancti Adalberti prima (uitg. Fontes Egm.) p. 16, in het Liber sancti Adalberti (aldaar) p. 69, in het Egm. Necrologium (aldaar) p. 105 en in de Egm. Annalen (aldaar) p. 128. Haar naam luidt afwisselend Erlinda, Arlinda, Herlinda of Herlenda. Dat zij abdis te Egmond en Bennebroek zou zijn geweest is een verdichtsel uit latere tijden, zie Bolhuis, BVGO, II, p. 256. » 9. De Vita Sancti Adalberti Confessoris / G.N.M. Vis. – In : Egmond en Berne, p. 63. 10. Oorkondenboek van Holland en Zeeland tot 1299, deel 1, t.a.p., nr. 36, vervalsing; mogelijk ook bedoeld vanaf 936/941 tot 949, tekst 30, 31, 33 en 35. 11. De oorkonden en de kanselarij van de graven van Holland tot 1299, t.a.p., p. 243; Oorkondenboek van Holland en Zeeland, t.a.p., teksten 39, 43, 45, 46 en 57, zie : De oorkonden van Holland en Zeeland tot 1101. 14. De oorkonden en de kanselarij van de graven van Holland tot 1299, t.a.p., p. 243. 15. Nijhoffs Geschiedenislexicon, t.a.p., p. 154. 16. Genealogie van de graven van Holland, t.a.p., p. 1; bronnen : «Obreen, Oork. 59 (= M.G.D.O III 19). Zie hierover Gosses, Verm. grfsch. Holl. p. 339, Oppermann, Untersuchungen zur nordn. Gesch. I (1920) p. 95 en 190 en II p. 6-11 en dezelfde, Die älteren Urkunden des Klosters Blandinium und die Anfange der Stadt Gent (Bijdr. Inst. v. Midd. Gesch. der Rijksuniv. te Utrecht), deel I, 1928, p. 351 e.v. Samenvattend: J.F. Niermeijer, Het Midden-Nederlandse rivierengebied in de Frankische tijd, in Tijdschrift voor Geschiedenis 66 (1953), p. 147 en 148.». Voor de vermeldingen van Dirk II : «Obreen, Oork. 30-34, 39-43, 45, 46, 51-57, 59, 60.», voor Gent en het land van Waas : «Alg. Gesch. d. Ned. II p. 18». 17. Biographisch woordenboek der Nederlanden, deel 4, t.a.p., p. 185-186. 18. Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek, t.a.p., kol. 718-719. 19. Oorkondenboek van Holland en Zeeland tot 1299, deel 1, t.a.p., tekst 40. Vergelijk : «Hij [Dirk II] had eigendommen te Rimmingshem (=Rincq) en te Ayra (=Ariën aan de Leie), die hij aan de St.-Pietersabdij van Gent schonk. Bezit te Friligem (=Frélinghien) schonk hij na het overlijden van zijn echtgenote eveneens aan de abdij van Gent.» (Van Frisia naar Holland, waarschijnlijk overgenomen uit : De eerste graven van Holland / H. Bruch. - In : Holland, Regionaal Historisch Tijdschrift, 18e jaargang, 1986, nr. 1, p. 13-23. ), zie : De oorkonden van Holland en Zeeland tot 1101. 20. Oorkondenboek van Holland en Zeeland tot 1299, deel 1, t.a.p., tekst 55, zie : De oorkonden van Holland en Zeeland tot 1101. 21. Nijhoffs Geschiedenislexicon, t.a.p., p. 93. 22. Nijhoffs Geschiedenislexicon, t.a.p., p. 34-35. 23. Annales Blandiniensis, in : Monumenta Germaniae Historica, Scriptores, SS in folio, deel 5, p. 25. |